Prijs van het koninkrijk

Het Nieuwe Testament van de Bijbel speelt zich af in het Romeinse Rijk. Iemand kon het Romeinse burgerschap op drie manieren ontvangen. De eerste methode is door op de juiste plek geboren te worden, zoals Paulus. De tweede methode is om 25 jaar als soldaat te dienen in het leger en de derde methode is door veel geld te betalen (Handelingen 22:28). De prijs om een bewoner van het Romeinse Rijk te worden was erg hoog en de meeste Israëlieten konden dit niet betalen. Dit burgerrecht was er alleen voor enkelen. Voordat wij bestuderen wat het koninkrijk van God is, gaan wij in dit hoofdstuk kijken hoeveel dit koninkrijk kost. Moeten wij, net als het Romeinse burgerschap, dingen doen om in dit koninkrijk te komen en heeft iemand iets moeten betalen om dit koninkrijk te vestigen?

Gods liefde voor ons

Hier lazen wij dat Adam en Eva zondigden en daardoor is de mens onder de vloek gekomen en kan de mens geen levende relatie met God hebben. Als God had besloten om geen genade voor de mens te tonen en hem voor eeuwig van zich af te stoten, dan had de mens geen weg terug en bleef hij onder de vloek. De mens heeft een fout gemaakt en God is het niet aan ons verplicht om barmhartigheid en genade te tonen. Toch is er een reden waarom God besloot in te grijpen. Niet omdat de mens zo goed was en dat God ons dingen verschuldigd was, maar omdat God goed is en van de mensen houdt. God heeft iedereen lief en Gods liefde was er al voordat jij God kende.

Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft. (1 Johannes 4:19)

God wil genade tonen en wil de relatie met de mens herstellen, uit liefde voor ons. God gaat héél ver in Zijn liefde voor ons. Wat wij ook op aarde doen, Gods liefde blijft bestaan en God blijft ons liefhebben. God verlangt ernaar dat mensen kiezen voor Hem en een relatie met Hem willen aangaan. God heeft daar alles voor over.

Want ik ben ervan overtuigd dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch krachten, noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God in Christus Jezus, onze Heere. (Romeinen 8:38-39)

Geen mens of wezen kan tussen de liefde van God en jou instaan. Tussen de liefde van mensen is dit wel mogelijk. Het komt helaas vaak voor dat door roddel, afgunst, jaloezie of boosheid mensen elkaar minder waarderen en daardoor minder van elkaar houden. Het is mogelijk dat andere mensen roddels verkondigen die geloofd worden zodat de liefde tussen mensen verkilt. Bij God is dit niet mogelijk. Niemand kan ervoor zorgen dat de liefde van God voor jou wegvalt. Iedereen die tot geloof is gekomen en God liefheeft, heeft God lief omdat God hem als eerst heeft liefgehad. God schiep ons om een relatie met Hem te hebben en nadat Adam en Eva hadden gezondigd, wilde God heel graag de relatie met de mens herstellen zodat ieder mens met God kan wandelen.

Het probleem

Als God ons liefheeft, waarom moesten Adam en Eva dan de tuin verlaten? Waarom kon God deze gebeurtenis niet door de vingers zien? Dit komt doordat God naast een liefdevolle God ook een rechtvaardige God is. God kan niet anders dan een rechtvaardige God zijn, het is Zijn diepste wezen. Mensen verdraaien vaak het recht en zien dingen door de vingers. Als een vriend een brood bij de bakker steelt, voelt het verkeerd om jouw vriend te verlinken, terwijl de bakker met de schade zit. Misschien denk jij wel: ach, het is maar een brood van twee euro. Dat overleeft de bakker wel. God kijkt niet zo. God ziet dat er onrechtvaardig is gehandeld en dat de bakker onterechte schade heeft geleden. Daarnaast beschouwt God elke zonde die wij doen als een zonde tegen Hem. Door de verkeerde dingen die wij doen op aarde, komen wij steeds dieper in de schuld te staan bij God. God wil rechtvaardiging voor deze daden en daardoor zal Hij rechtvaardig oordelen. Dit gold ook voor Adam en Eva en God kon dit niet door de vingers zien. Adam en Eva hadden fout gehandeld en daardoor moest er rechtvaardig worden opgetreden en werden zij uit de tuin en uit de nabijheid van God gezet.

God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij. (Deuteronomium 32:4)

De mensen hebben nu een groot probleem. Wij hebben allemaal fouten gemaakt en gezondigd en tegelijkertijd kan God de zonde niet door de vingers zien. God heeft ons lief, maar kan niet tegen Zijn rechtvaardigheid ingaan.

Nadat de zomervakantie voorbij was en ik naar de vierde klas van de havo ging, kwam ik voor het eerst in de les van de wiskundedocent. De docent stelde zich voor en vertelde dat hij wil dat iedereen het vak wiskunde zal halen. Hij zei dat hij zijn best ging doen om uitleg te geven en ons te helpen om goede cijfers te halen. Vervolgens zei hij: ‘Ik wil dat iedereen overgaat en goede cijfers haalt. Toch geef ik zonder moeite een 1 als iemand het proefwerk niet heeft gehaald. Ik gun het jullie allemaal, maar ik heb geen moeite om een 1 door te geven als cijfer.’ Zo kunnen wij ook de rechtvaardigheid van God zien. God wil een levende relatie met iedereen en houdt van iedereen, maar toch blijft God rechtvaardig en geeft Hij het oordeel dat iemand verdient. Het moeilijke is dat iedereen het oordeel verdient en niemand met God kan leven.

Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God (…). (Romeinen 3:23)

De oplossing

Ondanks Gods rechtvaardigheid, bleef Hij de mensen liefhebben. Vanaf het begin had God een plan bedacht waardoor Hij zowel rechtvaardig als barmhartig kan zijn, zodat Hij in Zijn recht staat en alsnog met de mens kan wandelen. Uit liefde voor ons bedacht Hij een plan om alles zelf te herstellen. God wist dat de mens dit niet kon en dat de mens slechte dingen blijft doen. Daarom wist Hij dat de oplossing van Hem moest komen. God wist dat er één manier was om de mens te redden van de vloek. Er was één manier om de mens los te kopen van alle schuld die hij heeft gedaan. Er was één manier om de mens te herstellen zoals God het bedoeld had. God moest zelf in actie komen.

Hem (Jezus) heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God. (Romeinen 3:25)

De mens verdient het om gestraft te worden en de toorn van God te ontvangen. Toch heeft God een besluit gemaakt. Jezus Christus is door God aangewezen als middel tot verzoening (herstellen) van de relatie van de mens en God. Als iemand gelooft in de Here Jezus, hoeft diegene niet meer bang te zijn voor de rechtvaardigheid en toorn van God, maar is hij door de Here Jezus rechtvaardig gemaakt. God gaat voorbij aan de zonden die wij hebben gedaan, terwijl Hij rechtvaardig blijft. Er is Iemand gestraft voor de zonde, waardoor de schuld is weggewist. Wie is de Here Jezus? En waarom is Hij aangewezen als middel tot verzoening?

Jezus: de prijs van het koninkrijk

De Here Jezus heeft door Zijn verzoening de prijs van het koninkrijk betaald. Iedereen die in de Here Jezus gelooft, mag in dit koninkrijk komen en werken. In deze paragraaf bekijken wij wie de Here Jezus is en wat Hij heeft gedaan om ons te verzoenen met God de Vader.

Het Nieuwe Testament vertelt ons over de Here Jezus. Het begint met de vier evangeliën, waarin de verhalen en preken staan van de Here Jezus, en eindigt met de verschillende brieven van de apostelen die Jezus hebben gezien. Voordat de Here Jezus op aarde kwam, was Hij God. Jezus was Degene die ons formeerde uit het stof van de aarde en ons leven inblies (1 Johannes 1:1-3 en Kolossenzen 1:15-16). Jezus was niet alleen God, want naast Hem zijn er nog twee persoonlijkheden: God de Vader en de Heilige Geest. Deze drie persoonlijkheden vormen één God: de Drie-eenheid. God besloot om de relatie met de mens te herstellen en dit kostte Hem een hoge prijs. Eén van de Drie-eenheid, Jezus, besloot om naar de aarde te gaan om te leven als een mens.

Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. (Filippenzen 2:5-7, NBV)

De Here Jezus was op aarde gekomen en hoe dit gebeurde lezen wij in het boek Lukas, waarin een vrouw die nog maagd was, genaamd Maria, een bijzondere boodschap van een engel kreeg.

En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. (Lukas 1:30-33)

Jezus komt uit de baarmoeder van een vrouw. De Heilige Geest heeft voor de bevruchting van Maria gezorgd (dit is tot stand gebracht door het scheppingswerk van God) en vervolgens maakte Jezus hetzelfde leven mee als een normaal mens. Hij groeide op in de baarmoeder, werd geboren (Lukas 2:6-7), groeide op als baby, peuter, kleuter, tiener en jongvolwassene totdat Hij een volwassen persoon werd met een baan (Markus 6:3). De Here Jezus weet precies hoe het menselijk leven eruitziet en welke verleidingen en zorgen een mens meemaakt. Alleen deed de Here Jezus iets wat alle andere mensen niet konden, namelijk: niet zondigen. Terwijl de Here Jezus op aarde rondliep, deed Hij niets verkeerd (Hebreeën 4:15). Hij werd op aarde verzocht, maar gaf hier geen gehoor aan. De Here Jezus besloot om niet te zondigen in Zijn leven en is in Zijn leven gehoorzaam geweest aan God de Vader. Rond Zijn dertigste jaar begon Jezus met het verkondigen van Gods koninkrijk en riep Hij de mensen op om tot inkeer te komen en zei Hij dat het koninkrijk van de hemel nabij is gekomen (Mattheüs 4:17). Terwijl Hij dit drie jaar deed, gebeurde het ene wonder na het andere: mensen werden genezen en bevrijd en bijzondere gebeurtenissen vonden plaats.

Maar hier bleef het niet bij. Jezus is ook de Zoon van God en Hij is op aarde gekomen om te verkondigen dat alleen door Hem mensen worden verzoend met God de Vader. In één van Zijn preken zei Hij: “Ik ben de weg, de waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Johannes 14:6). Aangezien de hele mensheid slecht is, kan niemand uit eigen kracht bij God in de hemel komen en daarom is de Here Jezus onze enige mogelijkheid om bij God te komen. De weg naar God is door Jezus vrijgemaakt en er is maar één weg daarnaartoe: Jezus Christus.

De prijs voor die weg was voor God de Vader en Jezus Christus ontzettend hoog. Dit kon alleen tot stand worden gebracht als Jezus een aards leven leidde waarin Hij niet zondigde en vervolgens werd vastgenageld aan een kruis. Het kruis was een van de gruwelijkste martelwerktuigen die in het Romeinse Rijk werden ingezet voor de ergste misdadigers.

De Here Jezus wist al geruime tijd van tevoren wat Hem te wachten stond. Nadat Hij Pesach had gevierd met zijn discipelen ging Hij naar Getsemane om te bidden tot God. Tijdens het bidden wordt duidelijk dat Hij angstig is en liever ‘de beker aan zich voorbij laat gaan’. Lukas vermeldt dat Hij door de angst bloed zweette en dat Hij in doodsangst verkeerde (Lukas 22:44). Ook bad Hij tot God: “Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden” (Lukas 22:42). Vervolgens werd Hij gearresteerd en Zijn volgelingen vluchtten van Hem weg. Hij was helemaal alleen in Zijn moeilijkste tijd en werd geleid naar Pilatus, waar Hij vals beschuldigd werd. Terwijl Jezus niets verkeerd had gedaan, werd Hij veroordeeld tot geseling en de dood door het kruis. Het geselen werd gedaan door Romeinse soldaten en wordt beschouwd als zeer bloedig. De Romeinen hadden hun gesels ontworpen zodat deze extra hard aankwamen en veel huid van de gegeselde meenamen. Overal op het lichaam van Jezus waren striemen te zien en Hij had flink gebloed. Jezus zag er niet meer uit als een mens (Jesaja 52:14). Zonder medische hulp konden deze geselingen binnen een paar dagen dodelijk aflopen. Nadat Hij was gegeseld, moest Jezus zijn eigen kruis dragen naar een heuvel buiten Jeruzalem. Op Zijn rug, vol met striemen en bloed, werd de dwarsbalk van het kruis gelegd en Hij liep naar de heuvel Golgotha. Hij was zo toegetakeld dat Hij niet meer uit eigen kracht het kruis kon dragen, waarna Simon van Cyrene het kruis overnam en Jezus volgde naar Golgotha (Lukas 23:26). Totaal verwoest en met een kapotte huid werd Jezus aan het kruis genageld, waarna het kruis overeind werd gehaald. Jezus, de Zoon van God, hing buiten Jeruzalem aan een kruis. De Romeinse staatsman Cicero omschreef het kruisigen als ‘de meest wrede en weerzinwekkende doodstraf die ik ken’. Doordat de armen van Jezus gespreid waren en Hij geen goede steun had voor Zijn voeten, hing Hij voorovergebogen aan het kruis, waardoor Hij geen lucht kreeg. Bij elk hapje lucht moest Hij Zijn lichaam oprichten, wat ontzettend pijn deed aan al zijn spieren en gewrichten. Uiteindelijk was de Here Jezus zo vermoeid dat dat niet meer lukte, waardoor Hij waarschijnlijk stikte. En dan te beseffen dat de Here Jezus op ieder moment twaalf legioenen engelen kon oproepen om Hem te redden van het kruis (Mattheüs 26:53), maar Hij besloot dat niet te doen uit liefde voor ons, zodat Hij de relatie met de mens kon herstellen.

Het was voor God niet goedkoop om ons te verlossen. Hij heeft Zijn enige Zoon naar de wereld gezonden om de macht van de zonde te breken en voor onze plaats de zonde te dragen. Hierdoor hoeft geen mens verloren te gaan en mag iedereen terugkeren bij God, door te geloven in de Here Jezus. Iedereen kan hersteld worden.

Nadat de Here Jezus stierf aan het kruis werd hij in een graftombe gelegd en werd een grote steen voor de ingang gerold (Mattheüs 27:60). Het graf werd verzegeld en er hielden bewakers de wacht, zodat niemand het lichaam kon stelen. Jezus heeft Zijn leven op aarde geleefd van de kribbe tot het graf en heeft daardoor alles meegemaakt wat een mens kan meemaken, alleen zonder te zondigen.

Doordat de Here Jezus nooit heeft gezondigd, heeft de dood geen grip op Hem. De dood is het loon van de zonde (Romeinen 6:23) en aangezien Jezus nooit heeft gezondigd, kan de dood Hem niet vastpakken. Hierdoor kon de Here Jezus, met de kracht van Gods Geest, opstaan uit de dood! Vervolgens liet Jezus Zich zien aan verschillende mensen, onder wie Maria, de discipelen en de Emmaüsgangers en zij zagen dat Hij leefde. Hierna steeg de Here Jezus op in de wolken en nam Hij plaats aan de rechterhand van God de Vader, waar Hij tot op de dag van vandaag verblijft.

Door de liefde van Jezus is de weg naar God de Vader vrij en kan de mens hersteld worden van alles wat door de zondeval is ontnomen. De mens kan terugkeren van de vloek naar de zegen. De volgende Bijbelteksten laten zien dat Jezus en God dit uit liefde voor ons hebben gedaan en dat God niet verplicht was om in te grijpen.

God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8)

Dit is Mijn (Jezus’) gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied. (Johannes 15:12-14)

Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. (1 Johannes 3:1)

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16)

Onze prijs voor het koninkrijk

Geloven en gehoorzaamheid
De prijs van het koninkrijk van God was erg hoog en is door de Here Jezus betaald. Hoe kan iemand overgezet worden in het koninkrijk van God? Moeten wij daar iets voor doen of komt iedereen automatisch in het koninkrijk?

God heeft iedereen uitgenodigd om in het koninkrijk te komen. God wil dat niemand verloren gaat, maar dat iedereen tot bekering komt en daardoor in het koninkrijk komt (2 Petrus 3:9).

De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen. (Lukas 16:16, NBV)

Stel je voor: twee goede vrienden willen jou zegenen met een prachtige reis van dertig dagen op een luxe cruiseschip. Zij hebben alles voor je betaald en overhandigen aan jou de tickets met nog extra reisgeld, waardoor je alles kunt doen en elke dag uit eten kunt. De prijs van de reis was erg hoog, maar is al betaald. Het kost jou niets om aan boord te stappen. Om mee te gaan hoef je maar drie dingen te doen: tickets aannemen, koffers inpakken en op tijd bij het schip zijn. De rest is al geregeld door jouw vrienden.

Zo is het ook met het koninkrijk van God. De Here Jezus heeft de prijs betaald aan het kruis van Golgotha. Hij zorgt ervoor dat iedereen in het koninkrijk kan komen. Het enige wat jij hoeft te doen, is geloven dat de Here Jezus de prijs voor jou heeft betaald en je houden aan Zijn geboden.

En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. (Markus 12:30-31)

Als iemand God en de medemens liefheeft, begrijpt diegene wat nodig is om in het koninkrijk van God te komen.

Luister, mijn geliefde broeders, heeft God de armen van deze wereld niet uitverkoren om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen te zijn van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan hen die Hem liefhebben? (Jakobus 2:5)

In dit hoofdstuk en in dit boek wil ik geen minimale voorwaarden geven om behouden te blijven en net aan in het koninkrijk te mogen komen. Dit leg ik in Gods handen. Het is belangrijk om te weten dat alleen het geloof in de Here Jezus ervoor kan zorgen dat wij in het koninkrijk mogen komen en wandelen. Paulus noemt dit ‘de wet van het geloof’. Het komt niet door onze werken, maar door de genade van Christus.

Wij komen dus tot de slotsom dat de mens door het geloof gerechtvaardigd wordt zonder werken van de wet. (Romeinen 3:28)

Tegelijkertijd hoort een logisch gevolg van ons geloof in Jezus te zijn, dat wij de mensen om ons heen en God liefhebben en gaan doen wat God van ons vraagt. Uit onze liefde voor God houden wij ons aan Zijn geboden. Niet uit een verplichting of omdat wij slaven zijn, maar doordat God ons hart heeft aangeraakt en wij niet meer verlangen naar de zonde.

Wie zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet in acht neemt, is een leugenaar en in hem is de waarheid niet. Maar ieder die Zijn woord in acht neemt, in hem is werkelijk de liefde van God volmaakt geworden. Hierdoor weten wij dat wij in Hem zijn. Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft. (1 Johannes 2:4-6)

Het hoort een automatisch proces te zijn dat een kind van God steeds meer op Jezus gaat lijken. Als wij steeds meer op Jezus lijken, hoeven wij ons niet meer aan de wet en geboden van Mozes te houden uit verplichting. Het is namelijk een automatisch principe. Hoe meer wij op Jezus lijken, hoe meer wij ons automatisch aan de wetten en geboden houden. Hoe meer wij ons door de Heilige Geest laten leiden, hoe heiliger wij leven. Wij kunnen dit vergelijken met het Nederlands. Door onze ouder(s), op de basisschool en de middelbare school leren wij Nederlands spreken. Het begint bij klanken, vervolgens vormen wij woorden en daarna vormen wij zinnen en verhalen. Als ik een verhaal wil vertellen, hoef ik niet meer na te denken hoe ik ook alweer de ‘a’ moet uitspreken. Ik weet het gewoon. Als ik ‘appel’ zeg, weet ik automatisch welke klanken ik moet produceren. Ik hoef niet meer na te denken hoe ik mijn tong en mijn mond moet gebruiken. Ik heb het geleerd en kan het automatisch toepassen. Als wij op de Here Jezus lijken en luisteren naar de Heilige Geest, houden wij ons automatisch aan de wet. Wij hoeven niet na te denken wat wel en niet mag, wij doen het. Wij hebben het geleerd van de Heilige Geest en de zonde heeft geen vreugde meer in ons leven. Wij zijn dood voor de zonde en zijn rechtvaardig gemaakt door de Here Jezus. Hier komen wij later in het boek op terug. Onderstaande tekst laat duidelijk zien dat wij, als wij op Jezus lijken, ons houden aan alle geboden van de wet.

Denk niet dat Ik (Jezus) gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen. Want Ik zeg u: Als uw gerechtigheid niet overvloediger is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zult u het Koninkrijk der hemelen beslist niet binnengaan. (Mattheüs 5:17-20)

Opnieuw geboren worden
Geloof is de grootste voorwaarde om in het koninkrijk van God te komen. Toch staan er meer aanwijzingen in de Bijbel om in het koninkrijk te komen en beter te kunnen functioneren in dat koninkrijk.

Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. (…) Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. (Johannes 3:3-5)

Jezus zegt dat iemand opnieuw geboren moet worden, zodat hij het koninkrijk van God kan zien en binnengaan. Dit noemen wij de wedergeboorte. De wedergeboorte klinkt vreemd, want geboren worden is toch iets wat éénmaal gebeurt? Degene die een gesprek voerde met Jezus over dit onderwerp snapte dit ook niet. Toch is dit een belangrijke voorwaarde om in het koninkrijk te komen.

Het is belangrijk om te weten dat een mens bestaat uit drie onderdelen: het lichaam, de ziel en de geest (1 Thessalonicenzen 5:23). Het fysieke lichaam is het aardpak en daarmee kunnen wij bewegen en zijn wij zichtbaar voor de mensen. Het lichaam is tijdelijk en na een aantal jaar keert dit terug in de aardbodem en wordt het weer stof. In het lichaam vinden wij de ziel en de geest. Nadat God Adam had gemaakt, lag er een soort lijk op aarde. Toen blies God Zijn levensadem in Adam, zodat Adam kon leven.

(…) toen vormde de HEERE God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen. (Genesis 2:7)

Toen leefde Adam en kon hij zijn lichaam bewegen en kon hij dingen bedenken. God blies in Adam een geest en Adam kreeg een ziel. De ziel is de menselijke kant van ons leven. Hierin zitten onze gedachten, karakters, persoonlijkheden, emoties en onze wil. De ziel wordt gevormd door onze omgeving. Als iemand in zijn kindertijd vaak is gepest, kan dit een negatieve uitwerking hebben op zijn ziel. De geest vormt onze geestelijke persoonlijkheid. Met onze geest kunnen wij in contact komen met God en de geestelijke wereld en kunnen wij wandelen in de gaven en vruchten van de Heilige Geest.

Wij lazen dat Adam door de zondeval stierf. Zijn lichaam stierf niet direct, maar zijn geest wel. Dit betekent niet dat Adam geen geest meer had. Dit betekent dat Adams geest niet meer kon functioneren. Zijn verbinding en connectie met God was verdwenen en daardoor was er een dode geest in Adam aanwezig. Zoals een televisie niets kan doen als de stekker niet in het stopcontact zit, zo kon de geest van Adam niets meer doen.

Als iemand geboren wordt, is het een levend wezen. Hij kan ademen, eten, drinken, huilen en bewegen. Toch is hij niet compleet. De geest is niet geactiveerd, de connectie met de hemelse Vader mist. Tijdens de wedergeboorte komt deze geest en de connectie met God tot leven. Dit houdt in dat hij eeuwig geestelijk leeft en de eeuwigheid met God doorbrengt. De mensen die niet zijn wedergeboren leven wel eeuwig, maar brengen niet de eeuwigheid door met God, maar leven voor eeuwig afgescheiden van God. Petrus legt uit welke voorwaarden belangrijk zijn om wedergeboren te worden.

En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. (Handelingen 2:38)

Petrus noemt drie dingen op om wedergeboren te worden. De eerste stap is bekeren. Een christen verandert zijn gedachten en handelswijze en gaat de levende God dienen. De tweede stap is gedoopt worden. Het is waar dat in de hemel mensen zijn die niet zijn gedoopt (Lukas 23:43). Toch is de volwassen waterdoop een belangrijk onderdeel van de wedergeboorte. De derde stap is de vervulling of doop met de Heilige Geest. Dit zijn onderdelen die nodig zijn om krachtig gebruikt te worden in het koninkrijk van God. De Here Jezus noemde ook de laatste twee stappen om in het koninkrijk te komen.

Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk van God niet binnengaan. (Johannes 3:5)

Het water verwijst naar de doop in water en de Geest verwijst naar de doop in de Heilige Geest. Ook al is dit een mooi onderwerp, dit boek gaat hier verder niet op in. Wij gaan verder met de volgende voorwaarde.

Rechtvaardigheid
Om in het koninkrijk van God te komen is het belangrijk om Gods wil te doen. Deze voorwaarde splitsen wij in tweeën. Eerst kijken wij wat we wel moeten doen en daarna bekijken wij wat wij niet moeten doen. Al deze Bijbelteksten spreken over het koninkrijk van God en zijn gesproken door Jezus en Paulus.

Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. (Mattheüs 7:21)

Degenen die de wil doen van de Vader zullen in het koninkrijk komen. Sommige mensen doen net alsof zij christelijk zijn. Voor de sier spreken zij de Here Jezus aan als Heere, maar eigenlijk zijn het valse christenen en valse profeten. Alleen degenen die God liefhebben en doen wat Hij zegt zijn de echte kinderen van God en mogen in het toekomstige koninkrijk komen.

Maar Jezus zei: Laat de kinderen begaan en verhinder hen niet bij Mij te komen, want voor zodanigen is het Koninkrijk der hemelen. (Mattheüs 19:14)

Voorwaar, Ik zeg u: wie het Koninkrijk van God niet ontvangt als een kind, zal het beslist niet binnengaan. (Markus 10:15)

Jezus zegt dat wij moeten worden als kinderen. In de wereld gaat het om volwassen en onafhankelijk worden. Als je alles kunt betalen en je niemand nodig hebt die voor je zorgt heb je het goed gedaan. Jezus zegt dat juist kinderen het koninkrijk ontvangen. In een juiste gezinssituatie zijn kinderen afhankelijk van de ouders en moeten zij vertrouwen dat hun ouders goed voor hen zullen zorgen. Kinderen vertrouwen dat hun ouders hen beschermen ook al komen zij in nieuwe situaties terecht. Niets is dan fijner om in de vertrouwde handen van papa of mama te zijn. Een andere eigenschap van kinderen is dat zij dingen vragen aan hun ouders. ‘Ik wil graag een PlayStation 5 voor mijn verjaardag’ of ‘Mag ik een paard voor Kerst?’ Sommige vragen zijn niet realistisch. De ouders kunnen het gewoon niet betalen of weten dat het niet goed is voor het kind. Toch kunnen en moeten wij veel leren van de kinderen, want zij staan dichter bij het koninkrijk van God dan de gemiddelde volwassene. Zo geloven kinderen alles wat de ouders zeggen en als een ouder ooit een belofte heeft gedaan, herinnert het kind zijn ouders altijd aan deze belofte. Dit zijn eigenschappen die de volwassenen mogen leren met hun omgang met God. Wij mogen God altijd herinneren aan de beloften die Hij aan ons heeft gedaan, mogen Hem in alles vertrouwen en mogen alles geloven wat in de Bijbel staat.

Nu gaan wij kijken naar de dingen die wij niet moeten doen. De Heilige Geest helpt ons om weerstand te bieden tegen de verleidingen van de zonde en de duivel en Jezus heeft ons door Zijn bloed rechtvaardig gemaakt. Toch moeten wij in onze handel en wandel onze rechtvaardigheid laten zien. De volgende Bijbeltekst gaat over het toekomstige koninkrijk.

(…) de Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk verzamelen alle struikelblokken, en hen die de wetteloosheid doen, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon, in het Koninkrijk van hun Vader. Wie oren heeft om te horen, laat hij horen. (Mattheüs 13:41-43)

Degenen die onrechtvaardig handelen worden aan het einde van de tijd verzameld en in de vurige oven geworpen. Degenen die rechtvaardig handelen zullen stralen als de zon in het toekomstige koninkrijk. Het is belangrijk om rechtvaardig te zijn.

U echter doet onrecht en benadeelt, en dat nog wel aan broeders! Of weet u niet dat onrechtvaardigen het Koninkrijk van God niet zullen beërven? Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven. (1 Korinthe 6:8-10)

Het is bekend wat de werken van het vlees zijn, namelijk overspel, hoererij, onreinheid, losbandigheid, afgoderij, toverij, vijandschappen, ruzie, afgunst, woede-uitbarstingen, egoïsme, onenigheid, afwijkingen in de leer, jaloersheid, moord, dronkenschap, zwelgpartijen, en dergelijke; waarvan ik u voorzeg, zoals ik ook al eerder gezegd heb, dat wie zulke dingen doen, het Koninkrijk van God niet zullen beërven. (Galaten 5:19-21)

In de vorige twee teksten somde Paulus een aantal mensen en zonden op die niet in het toekomstige koninkrijk zullen komen. Het is belangrijk om erbij te vermelden dat Paulus dit schreef aan gelovigen en niet aan ongelovigen. Later in dit boek komen wij terug op de rechtvaardigheid en hoe wij hierin kunnen wandelen.

Weer een ander zei: Heere, ik zal U volgen, maar sta mij eerst toe dat ik afscheid neem van hen die in mijn huis zijn. Jezus zei tegen hem: Niemand die zijn hand aan de ploeg slaat en kijkt naar wat achter hem ligt, is geschikt voor het Koninkrijk van God. (Lukas 9:61-62) (Zie ook Lukas 14:33.)

Iemand wilde een volgeling van de Here Jezus worden, maar kwam met het verzoek om afscheid te nemen van zijn huisgenoten. Een volgeling van Jezus worden betekent niet dat je nooit meer contact mag hebben met mensen die niet in Jezus geloven. Het is juist belangrijk om goede contacten met jouw familieleden en vrienden te hebben, mits zij jou niet naar beneden halen en een slechte invloed op jou hebben. Denk bijvoorbeeld aan vrienden die jou elke keer drugs aanbieden. Zijn hand aan de ploeg slaan is een beeldspraak en betekent dat iemand aan het werk is in het koninkrijk van God. Zoals een boer ploegt en geconcentreerd naar voren moet kijken om rechte lijnen te maken, moet een volgeling van Jezus ook vooruit kijken en zich richten op de Here Jezus. De boer kijkt niet achterom, omdat zijn lijnen dan scheef gaan lopen. Een volgeling van Jezus kan ook niet achterom kijken, omdat hij daardoor geestelijk scheef kan lopen en het geloof kan verliezen. Bij dingen die achter ons liggen kunnen wij ook denken aan de zonden die wij vroeger deden, zoals diefstal, ontucht plegen, liegen, bedriegen, vloeken of woede-uitbarstingen. Een volgeling moet altijd vooruit kijken en zijn ogen gericht houden op Jezus. Anders is hij, volgens de Here Jezus, niet geschikt voor het koninkrijk.

(…) maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus. (Filippenzen 3:14)

Samenvatting

In dit hoofdstuk lazen wij dat God de mens nog steeds liefheeft. Ook al heeft de mens gezondigd tegen God, Gods liefde blijft bestaan. Het probleem is dat God geen zonden door de vingers kan zien, waardoor de mens alsnog gestraft moet worden. God wist dat de mens voor eeuwig verloren zal gaan als Hij niet zou ingrijpen. Daarom besloot de Here Jezus, die een onderdeel van de Drie-eenheid is, om naar de aarde te komen om te sterven voor de mensen. Hierdoor is het weer mogelijk om met God te wandelen en als mens hersteld te worden. De Here Jezus heeft onze ‘ticket’ betaald en wij mogen in het koninkrijk komen door ons geloof en gehoorzaamheid. Doordat wij Jezus liefhebben en de Heilige Geest in ons woont, hebben wij een goed hart gekregen dat niet meer verlangt naar de zonde. Hierdoor zijn wij door Jezus rechtvaardig gemaakt en leven wij een rechtvaardig leven op aarde.


Dit hoofdstuk staat in het boek Gods koninkrijk. Lees nu direct dit boek, zodat jij niets mist over het koninkrijk, leeft als een koningskind en je geloof wordt vergroot.

'En Jezus trok rond in heel Galilea en predikte het evangelie van het Koninkrijk' (Mattheüs 4:23).

Wat is het evangelie van het koninkrijk? Veel christenen weten niet wat dit is, terwijl Jezus continu sprak over het koninkrijk van God. Het offer van Jezus heeft veel meer tot stand gebracht dan vergeving van zonden en later in de hemel komen. Dankzij Jezus leven wij in een geestelijk koninkrijk met tal van zegeningen en opdrachten.

Lees ook: