Zegeningen van de burger

Nu wij weten dat het koninkrijk van God een geestelijk koninkrijk is waarbij de Here Jezus de grote Koning met alle macht is, is het nu tijd om te kijken wat dit koninkrijk doet. In Nederland heb je verschillende wetten en verplichtingen waar je aan moet voldoen en tegelijkertijd word je beschermd en ontvang je diensten van de overheid. Iedere burger heeft bijvoorbeeld recht op de brandweer, de ambulance of de politie. Iedereen is beschermd voor het water door dijken en mag gebruikmaken van de wegen. Voor de lagere inkomens is het mogelijk om toeslagen te ontvangen of eten te krijgen van de voedselbank. Nederlanders hebben rechten en verplichtingen. Dit is ook het geval in het koninkrijk van God. God wil ons op verschillende manieren zegenen. Dit is een grote genade van God en is volledig in Zijn wil en soevereiniteit. Tegelijkertijd vraagt God iets van ons terug, zodat Hij ons kan zegenen. In dit hoofdstuk behandelen wij de zegeningen van de burger en de ‘wetten’ die bij deze zegeningen horen.

De zegeningen

Toen Jezus op aarde kwam, gaf Hij onderwijs over het koninkrijk en demonstreerde Hij zaken van het koninkrijk. Toen Johannes de Doper gevangengezet werd door Herodes Antipas, stuurde hij twee van zijn discipelen naar de Here Jezus om te vragen of Hij Degene is die komen zou. Johannes dacht aan de Messias, de gezalfde Koning.

Toen Johannes in de gevangenis over de werken van Christus gehoord had, stuurde hij twee van zijn discipelen, en zei tegen Hem: Bent U het Die komen zou, of verwachten wij een ander? En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Ga heen en bericht Johannes wat u hoort en ziet: blinden worden ziende en kreupelen kunnen lopen; melaatsen worden gereinigd en doven kunnen horen; doden worden opgewekt en aan armen wordt het Evangelie verkondigd; en zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt. (Mattheüs 11:2-6)

In deze opsomming van de Here Jezus zien wij onderdelen van het koninkrijk van God. Het Oude Testament geeft deze tekenen weer in relatie met het duizendjarig vrederijk (Jesaja 26:19, 29:18, 35:5-6, 42:7, 42:18, 61:1). Jezus liet zien dat deze onderdelen toen al gebeurden onder Zijn Koningschap. Deze onderdelen zullen helemaal vervuld worden tijdens het duizendjarig vrederijk, maar Jezus heeft nu al deze onderdelen beschikbaar gesteld voor Zijn volgelingen. Laten wij het lijstje van Jezus opsommen.

  • Blinden zullen zien
  • Kreupelen kunnen lopen
  • Melaatsen worden rein
  • Doven kunnen horen
  • Doden worden opgewekt
  • Aan armen wordt het evangelie verkondigd

Dit is vandaag al mogelijk in Gods koninkrijk. Gods koninkrijk is groter en machtiger dan wij denken. God wil ons met veel meer zegeningen zegenen dan wij ons ooit kunnen bedenken. Wij gaan de volgende zegeningen van het koninkrijk behandelen in de komende hoofdstukken.

  • Vergeving van zonden
  • Verlossing van zonden
  • Gerechtvaardigd en geheiligd
  • In Christus: een heilig leven
  • In Christus: een leven met autoriteit
  • Verlossing van de dood en het eeuwig leven
  • Genezing van ziektes
  • Bevrijding van demonen
  • Het verbreken van de vloek
  • Het geven van de zegen
  • Leven in voorspoed
  • Ontvangst van de Heilige Geest
  • Directe verbinding met God
  • Het lichaam van Christus
  • Bescherming
  • Overwinningen
  • Genade
  • Wijsheid
  • Vrede en blijdschap

Hoe omgaan met Gods zegen

Dit is een grote lijst van zegeningen die God aan Zijn burgers wil geven. Voordat wij deze lijst bestuderen, wil ik in deze paragraaf een aantal punten duidelijk maken. Wij behandelen deze punten kort en krachtig met een paar Bijbelteksten.

1 God wil ons uit Zijn liefde zegeningen geven. God was in eerste instantie niet verplicht om ons dingen te geven, wat wij ook zouden doen en hoeveel wij ook zouden bidden. Het was Gods wil om ons in Zijn koninkrijk toe te laten en ons de zegeningen te geven van Zijn koninkrijk. God is soeverein. Dit betekent dat God zelf besluit wat Hij wil doen. God heeft in Zijn soevereiniteit besloten om de mensen op aarde te zegenen en het beste met hen voor te hebben. Dit komt enkel en alleen door de genade van God en het werk van de Here Jezus. Nu God ons heeft toegelaten in Zijn koninkrijk, wil Hij ons alles geven wat wij nodig hebben. Wij mogen God zien als onze Vader. Een aardse vader of moeder wil graag zijn kinderen cadeautjes, mooie kleren, lekker eten en leuke uitstapjes geven. Een ouder houdt van zijn kind en wil hem gelukkig en voorspoedig zien opgroeien. Bij God is dit ook zo. God is onze Vader en Hij houdt van Zijn kinderen. Daarom wil God ons zegeningen cadeau geven en ervoor zorgen dat wij een zegen zijn voor de mensen om ons heen. Het grootste wat God aan ons heeft gegeven is Zijn eigen Zoon, de Here Jezus.

Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? (Romeinen 8:32)

God wil ons alles schenken. Als God de Vader al Zijn eigen Zoon aan ons heeft gegeven, hoeveel te meer wil God ons dan niet zegenen met andere zegeningen? Wij hebben een God die ons zegeningen cadeau wil doen. Het is Gods wil dat wij gezegend worden.

2 Als ik naar mijn eigen leven kijk, dan vind ik het fijn om intimiteit en een relatie met God te hebben. Ik geloof dat wij deze zegeningen niet moeten ‘opeisen’ of ‘claimen’, zonder een relatie met God aan te gaan. Zoek eerst God en het koninkrijk van God. Geef God de eerste plaats in jouw leven en wandel met God vanuit liefde. Als je dat doet, dan wil God jou zegenen met zegeningen.

Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. (Mattheüs 6:33)

In het Grieks wordt met ‘zoek’ bedoeld dat wij Gods koninkrijk altijd zoeken, onophoudelijk. Wij moeten Gods koninkrijk altijd op de eerste plaats in ons leven zetten en niet alleen op zondag tussen 10.00 en 12.00 uur. Als wij dat doen, zal God ons alle dingen geven die wij nodig hebben. De zegeningen van God mogen wij zien als een relatie tussen de mens en God. Wij houden van God en willen God dienen. God houdt van de mens en wil de mens dienen, zoals Jezus de voeten van de discipelen heeft gewassen en de zieken genas.  

3 Dat God ons wil zegenen betekent niet dat het nooit kan stormen of er nooit vervelende dingen gebeuren. De meeste van de twaalf discipelen van Jezus werden mishandeld en uiteindelijk vermoord. Paulus heeft ook momenten van moeite meegemaakt en niet alles liep altijd even goed. De omstandigheden waren soms erg slecht, maar toch bleef de zegen van God op hun leven.

Van de Joden heb ik (Paulus) vijfmaal de veertig min één zweepslagen ontvangen. Driemaal ben ik met de roede gegeseld, eenmaal ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden, een heel etmaal heb ik in volle zee doorgebracht.  Op reis was ik vaak in gevaar door rivieren, in gevaar door rovers, in gevaar van de kant van volksgenoten, in gevaar van de kant van heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn, in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders, in inspanning en moeite, vaak in nachten zonder slaap, in honger en dorst, vaak in vasten, in koude en naaktheid. (2 Korinthe 11:24-27)

Er kunnen momenten zijn dat het moeilijk verloopt en wij voor een bepaalde periode niet de zegen van God ervaren in ons leven. Ondanks bovenstaande Bijbeltekst kende Paulus veel zegeningen en voorspoed (Handelingen 20:34 en Filippenzen 4:18), was hij een Romeinse staatsburger met rechten en werd hij vaak bovennatuurlijk door God beschermd in de moeilijke periodes op aarde. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens de schipbreuk die Paulus leed. Ondanks deze moeilijke tijd werden hij en de bemanning bespaard (Handelingen 27:22). Ook in onze moeilijke tijd blijft God trouw en wil Hij ons zegenen.

Dit zien wij terug in het leven van Jozef. Jozef had moeilijke tijden meegemaakt, maar toch was altijd Gods zegen op zijn leven. Dit was het geval toen hij bij zijn familie was, hij een slaaf van Potifar was, hij in de gevangenis zat en toen hij onderkoning werd. Altijd was Gods zegen op zijn leven, ook al waren de omstandigheden wisselvallig.

De HEERE was met Jozef, zodat hij een voorspoedig man was; en hij bleef in het huis van zijn heer, de Egyptenaar. En toen zijn heer zag dat de HEERE met hem was en dat de HEERE alles wat hij deed door zijn hand voorspoedig deed verlopen, vond Jozef genade in zijn ogen, en mocht hij hem bedienen. Potifar stelde hem aan over zijn huis, en alles wat hij had, gaf hij in zijn hand. En het gebeurde vanaf het moment dat hij hem over zijn huis en alles wat hij had, had aangesteld, dat de HEERE het huis van de Egyptenaar omwille van Jozef zegende. Ja, de zegen van de HEERE rustte op alles wat hij bezat, zowel in het huis als op het land. (Genesis 39:2-5)

De omstandigheden zeiden dat Jozef het niet makkelijk had, maar Gods zegen bleef op Jozef. Niet alleen op Jozef, maar ook op zijn werk, waardoor het huis van zijn heer gezegend werd. Vervolgens moest Jozef door een list van de vrouw van Potifar naar de gevangenis.

En de heer van Jozef greep hem en leverde hem over in de gevangenis, de plaats waar de gevangenen van de koning gevangenzaten. Zo zat hij daar in de gevangenis. Maar de HEERE was met Jozef en bewees hem Zijn goedertierenheid; Hij gaf hem genade in de ogen van het hoofd van de gevangenis. En het hoofd van de gevangenis gaf al de gevangenen die in de gevangenis waren, in de hand van Jozef; al het werk dat men daar deed, deed hij. Het hoofd van de gevangenis zag naar geen enkel ding meer om van wat in zijn hand was, omdat de HEERE met hem was. Alles wat hij deed, liet de HEERE voorspoedig verlopen. (Genesis 39:20-23)

Ook in de gevangenis was Jozef voorspoedig en was hij een zegen voor iedereen. Nogmaals waren de omstandigheden slecht, maar Jozef bleef gezegend worden door God. Uiteindelijk werd Jozef de onderkoning van Egypte. Op dat moment waren de omstandigheden goed en was hij een zegen voor het gehele land. Door Jozef kwam het volk niet om door de hongersnood en kon Egypte zelfs eten verkopen aan andere landen die ook werden getroffen door de hongersnood.

4 Het is belangrijk dat wij de Bijbel bestuderen en goed omgaan met de profetieën en de beloften van God. God wil ons bovennatuurlijk zegenen, alleen is het belangrijk om eerst te weten dat God ons wil zegenen en in welke onderdelen van ons leven God ons wil zegenen. Het is belangrijk om openbaring te krijgen over een zegening, zodat wij God hierom kunnen vragen. De volgende tekst laat zien dat God de Vader ons gezegend heeft met alle zegen. De zegeningen die wij in de komende hoofdstukken gaan behandelen gelden voor iedereen die een zoon of dochter van God is, maar het is wel belangrijk om op de hoogte te zijn van deze zegeningen.

Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus (…). (Efeze 1:3)

Wat betekent alle geestelijke zegen? In de eerste plaats wordt gesproken over alle geestelijke zegen. Dit laat zien dat Gods zegen niet beperkt is tot één of twee zegeningen per persoon; God wil ons zegenen met alle zegeningen en beloften van het Woord van God. Ten tweede wordt gesproken over geestelijke zegen. Dit betekent niet dat Gods zegen alleen onstoffelijk is of alleen in de toekomst beschikbaar is. Dit betekent dat deze zegeningen door de kracht van de Heilige Geest beschikbaar zijn gesteld in de gelovigen. De Heilige Geest werkt in de harten van de gelovigen, waardoor de gelovigen door de Heilige Geest delen in alle zegeningen van God. Tot slot het woord ‘zegen’. Volgens de Van Dale betekent dit woord ‘heil’, ‘voorspoed’, ‘hulp’ of ‘een gave van God’. Als God ons zegent, dan helpt Hij ons, maakt Hij ons voorspoedig in onze werkzaamheden en geeft Hij goede dingen en gaven cadeau aan Zijn kinderen.  

En God is bij machte elke vorm van genade overvloedig te maken in u, zodat u, wanneer u in alles altijd al het nodige bezit, overvloedig kunt zijn in elk goed werk. (2 Korinthe 9:8)

De Bijbel laat zien dat God ons wil overladen met goede gaven. Tegelijkertijd werken veel gaven in de vorm van een relatie met God. God vraagt aan ons om bepaalde dingen te doen en vervolgens beloont God ons met de goede gaven. Hier komen wij straks op terug.

5 Een belangrijke handeling die voor al Gods zegeningen geldt, is dat wij moeten geloven dat God ons iets wil geven. Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen.

Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken. (Hebreeën 11:6)

Wat betekent geloven? Hebreeën 11 geeft hier antwoord op.

Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. (Hebreeën 11:1)

Soms zien wij de zegeningen van God nog niet met het natuurlijke oog. Het is belangrijk om te geloven dat God ons wil geven wat Hij aan ons belooft, ook al is er een moment van gebrek. Wij mogen weten dat God nooit liegt en doet wat Hij belooft. Geloven is een vaste grond en betekent niet ‘misschien wel’ of ‘misschien niet’. Geloven is een werkelijkheid, het zal gebeuren. Geloven is een zekerheid van de dingen die je (nog) niet ziet. Misschien zijn sommige zegeningen nog ver weg en lijd je gebrek. Geloof dan in de onzichtbare zegeningen van God en ze zullen zichtbaar worden.

God vraagt aan ons om in Hem te geloven en te geloven dat Hij degene beloont die Hem zoekt. Zonder geloof is het niet mogelijk om aanspraak te maken op de zegeningen van God. Daarnaast beloont God degenen die Hem zoeken, oftewel een relatie met Hem hebben. Dit punt hebben wij bij punt 2 behandeld.

6 God wil ons graag zegenen. Het is wel belangrijk om God te vragen om de zegen. In Nederland is er een uitdrukking die zegt: ‘Wie vraagt wordt overgeslagen.’ Oftewel, iemand die om bepaalde zaken vraagt, zal het niet krijgen. Bij God is het eigenlijk precies andersom en kunnen wij zeggen: ‘Wie vraagt zal ontvangen.’

Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden. (Mattheüs 7:7-8)

Als iemand genezing nodig heeft, is het belangrijk om God te vragen voor genezing. Als iemand voorziening nodig heeft, is het belangrijk om God te vragen voor voorziening. Dit moet, volgens stap 5, samengaan met geloof.

7 Het is belangrijk om actie te ondernemen. In de volgende hoofdstukken behandelen wij een aantal van Gods zegeningen. Sommige zegeningen werken met een soort gebruiksaanwijzing. God vraag aan ons om bepaalde dingen te doen en als reactie op ons handelen geeft God ons zegeningen. Dit punt behandelen wij in de volgende hoofdstukken per zegening.

8 Veel zegeningen van God werken op een bijzondere manier, zoals wij kunnen terugzien in de verhalen van Abraham en Jozef. God zegende Abraham en Jozef en uiteindelijk hadden zij veel bezittingen gekregen. Abraham en Jozef waren alleen niet de enigen die gezegend werden. In het verhaal van Jozef lazen wij dat naast Jozef ook de heer van Jozef werd gezegend. Jozefs zegen had invloed op zijn omgeving. Dit geldt ook voor Abraham en ook voor ons.

De HEERE nu zei tegen Abram: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken; en in u zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. (Genesis 12:1-3)

De zegen van God was op Abraham en niet alleen op Abraham, maar ook op de andere volken die Abraham goed behandelden. Zo is de zegen van God op ons leven ook een zegen voor anderen. Denk bijvoorbeeld aan jouw werkplek. Als jij voorspoedig bent, zal de werkplek voorspoedig zijn. Tegelijkertijd moeten wij bij God niet alleen dingen en zegeningen voor onszelf vragen, maar ook vragen of God anderen wil zegenen. Je moet anderen gunnen wat je ook zelf wilt ontvangen.

Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen (…). (1 Timotheüs 2:1)

9 Wees God dankbaar voor alles wat Hij in jouw leven heeft gedaan en gaat doen. Dankbaarheid is een belangrijk onderdeel van onze relatie met God. Het is ook belangrijk om God te danken in elke omstandigheid waarin wij verkeren. Of wij ons vrolijk, verdrietig of boos voelen, dank God voor al Zijn goede gaven en om wie Hij is.

Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God (…). (Filippenzen 4:6)

Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u. (1 Thessalonicenzen 5:18)

10 Heb geduld om je zegen te ontvangen. Soms reageert God direct op een vraag. Lazarus was een man die was overleden en al vier dagen in een graf lag. Toen de Here Jezus, door de kracht van God, tegen Lazarus zei dat hij uit zijn graf moest komen, stond Lazarus direct op uit de dood. Het is mogelijk dat God direct antwoord geeft op onze vraag of verzoek. Het is ook mogelijk dat wij geduld moeten hebben en een moment moeten wachten. Dit principe vinden wij terug in het verhaal van Jozef. Toen Jozef bij zijn familie woonde, kreeg hij een droom van God. Zijn familieleden zouden voor hem buigen en hem eer bewijzen. Jarenlang leek het niet te gebeuren en het leek alsof God Zijn belofte had ingetrokken. Uiteindelijk kwam deze droom in vervulling en de familieleden van Jozef knielden voor hem neer. Jozefs belofte kwam in vervulling, maar hij had wel geduld nodig. Dit geldt ook voor Abraham. Pas op hoogbejaarde leeftijd ontving hij zijn belofte: een zoon en nageslacht. In het natuurlijke was het voor beide situaties niet meer mogelijk, maar Gods beloften hielden stand. Heb geduld, God doet wat Hij belooft!

Samenvatting

In Gods koninkrijk zijn veel zegeningen. God heeft uit Zijn soevereiniteit besloten om ons te overladen met zegeningen en cadeautjes. Deze zegeningen behandelen wij in de komende hoofdstukken. Voordat wij deze zegeningen behandelen, is het eerst belangrijk om te weten hoe wij met de zegen omgaan. God wil ons graag dingen geven, maar dit gaat niet altijd automatisch. De hoofdpunten die wij in dit hoofdstuk hebben behandeld zijn:

1 God wil ons uit Zijn liefde zegeningen geven.
2 Zegeningen ontvangen wij door intimiteit en een relatie met God.
3 Het blijft mogelijk dat de omstandigheden er slecht uitzien. Toch blijft God ons ook in die omstandigheden zegenen.
4 Wij moeten op de hoogte zijn van Gods zegeningen en hoe deze werken.
5 Wij moeten God geloven voor de zegeningen.
6 Wij moeten God vragen om de zegeningen.
7 Wij moeten actie ondernemen om de zegen te ontvangen.
8 Wij zijn een zegen om tot een zegen te zijn.
9 Wij moeten God dankbaar zijn voor alles wat Hij doet.
10 Heb geduld om je zegen te ontvangen.


Dit hoofdstuk staat in het boek Gods koninkrijk. Lees nu direct dit boek, zodat jij niets mist over het koninkrijk, leeft als een koningskind en je geloof wordt vergroot.

'En Jezus trok rond in heel Galilea en predikte het evangelie van het Koninkrijk' (Mattheüs 4:23).

Wat is het evangelie van het koninkrijk? Veel christenen weten niet wat dit is, terwijl Jezus continu sprak over het koninkrijk van God. Het offer van Jezus heeft veel meer tot stand gebracht dan vergeving van zonden en later in de hemel komen. Dankzij Jezus leven wij in een geestelijk koninkrijk met tal van zegeningen en opdrachten.

Lees ook: