Genezing en de positie van geloof

In het vorige hoofdstuk lazen wij dat Jezus iedereen genas. Toen Jezus op aarde was, genazen honderdduizenden mensen. Dit laat zien dat genezing voor Jezus erg belangrijk is. In dit hoofdstuk gaan wij een aantal genezingsverhalen van Jezus bestuderen met betrekking tot geloof. Wij bekijken hoe Jezus de enkeling genas. Wij zullen niet alle genezingsverhalen uitgebreid behandelen. Als wij dit zouden doen, dan zouden we een extra boek nodig hebben om alles te behandelen. Een groot deel van het evangelie spreekt namelijk over Jezus die mensen genas. Ik wil jou al deze verhalen niet onthouden, dus ik heb een overzicht gemaakt van de genezingen van Jezus en waar je deze genezingen in de Bijbel kunt lezen. Zo kun je in jouw eigen Bijbelstudie al deze verhalen lezen en daardoor geloof bouwen voor jouw eigen genezing.

Misschien staat er in onderstaande voorbeeld een ziekte waar jij ook aan lijdt. Ik raad je dan aan om deze genezingsverhalen te bestuderen, want dit zal jouw geloof geven voor jouw genezing.

Overzicht individuele genezingen van Jezus

Genezingsverhaal Bijbelteksten
1. Reiniging melaatse Mattheüs 8:1-4, Markus 1:40-45, Lukas 5:12-15
2. Knecht van de hoofdman Mattheüs 8:5-13, Lukas 7:1-10
3. Petrus’ schoonmoeder met koorts Mattheüs 8:14-15, Markus 1:29-31, Lukas 4:38-39
4. Verlamde man door het dak Mattheüs 9:1-8, Markus 2:1-12, Lukas 5:17-26
4. Bloedvloeiende vrouw Mattheüs 9:20-22 Markus 5:25-34 Lukas 8:43-48
5. Twee blinden Mattheüs 9:27-31
6. Stomme man Mattheüs 9:32-33
7. Man met verschrompelde hand Mattheüs 12:9-13 Markus 3:1-5 Lukas 6:6-11
8. Stomme en blinde man Mattheüs 12:22 Lukas 11:14
9. Syro-Fenicisch meisje Mattheüs 15:21-28 Markus 7:24-30
10. Maanzieke jongen Mattheüs 17:14-21 Markus 9:14-29 Lukas 9:37-42
11. Blinde Bartimeüs Mattheüs 20:29-34 Markus 10:46-52 Lukas 18:35-43
12. Doofstomme man Markus 7:31-37
13. Blinde in Betsaïda Markus 8:22-26
14. Vrouw met kromgebogen rug Lukas 13:10-17
15. Man met waterzucht Lukas 14:1-6
16. Tien melaatsen Lukas 17:11-19
17. Malchus zijn oor Lukas 22:51
18. Zoon van hoveling Johannes 4:46-54
19. Verlamde bij Bethesda Johannes 5:1-9
20. Blindgeborene bij de tempel Johannes 9:1-7

Dit is een overzicht van de vele genezingen die Jezus heeft verricht. Zoals je ziet, spreken de evangeliën veel over genezing. Het evangelie van Jezus en genezingen gaan hand in hand. Het is niet-Bijbelse om de prediking van het Woord en de wonderen van het evangelie van elkaar te scheiden.

Maar zij gingen overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden. Amen. (Markus 16:20)

Het is belangrijk om het Woord te prediken en dat daaruit voortvloeiend tekenen en wonderen gebeuren. Jezus liet hetzelfde zien in Zijn bediening. De twee meest voorkomende tekenen die het Woord bevestigden, waren de genezing van de zieken en het uitdrijven van demonen.

Wij zien dit duidelijk terug in de evangeliën. De schrijvers hadden veel aandacht om de onderwijzingen van Jezus op te schrijven, maar zij hadden ook veel aandacht om de tekenen van Jezus te laten zien. Het hoort bij elkaar. In de rest van dit hoofdstuk bekijken wij een aantal genezingsverhalen en zullen wij zien dat ook wij vandaag kunnen genezen. Jezus wil ons ook vandaag aanraken en ons genezen.

Reden 46: Geen aanzien des persoons

Laten wij beginnen met de bloedvloeiende vrouw.

Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn mantel van achteren aan, want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik genezen. En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. (Markus 5:25-29, NBV21)

Wij lezen dat de bloedvloeiende vrouw geloof had. Ze zei: ‘Als ik alleen Zijn kleren maar kan aanraken, zal ik genezen.’ In geloof strekte zij zich uit naar Jezus, raakte Hem aan, en ze werd genezen. Dat is een groot wonder! Misschien denk je: zij had geluk. Iedereen raakte Jezus aan, en toevallig werd zij als enige genezen door de aanraking.

Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht van Hem was uitgegaan. Midden in de menigte draaide Hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: ‘U ziet dat de menigte zich om U verdringt en dan vraagt U: “Wie heeft Mij aangeraakt?”’ (Markus 5:30-31, NBV21)

Iedereen raakte Jezus aan. Maar toch was de aanraking van de vrouw anders dan de aanraking van de anderen. Wat was het verschil? De vrouw raakte Jezus aan met geloof. En wanneer iemand in gelooft Jezus aanraakt, zullen er wonderen gebeuren. Deze vrouw had geen geluk, ze wist hoe zij haar wonder kon ontvangen.

Toen zei Hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered, mijn dochter; ga in vrede, u bent van uw kwaal genezen.’ (Markus 5:34, NBV21)

De bloedvloeiende vrouw raakte Jezus aan in geloof. Het gaat niet om ‘Jezus aanraken’. Het gaat om ‘Jezus aanraken met geloof.’ De vrouw vertelde haar getuigenis, en haar getuigenis zorgde voor geloof bij de toehoorders. Ik kan mij voorstellen dat dit het gesprek van de dag was. ‘Heb jij het al gehoord over die vrouw? Twaalf jaar leed zij aan bloedverlies, maar ze raakte Jezus aan en ze werd genezen. Wanneer jij Jezus aanraakt, zul je ook gezond worden.’ Ik denk dat velen vanaf die dag probeerden Jezus aan te raken, want wanneer zij Jezus aanraakten, werden zij genezen. En dat deden de mensen ook. Het volgende hoofdstuk van Markus zegt namelijk:

En waar Hij ook kwam, in dorpen of steden of in gehuchten, daar legden ze de zieken op de markten en smeekten Hem of zij al was het maar de zoom van Zijn bovenkleed mochten aanraken; en allen die Hem aanraakten, werden gezond. (Markus 6:56)

Jezus had geen aanzien des persoons. Iedereen die in geloof naar Hem toekwam, maakte Hij gezond. Jezus had geen lievelingetjes. Of, mooier gezegd, iedere gelovige is het lievelingetje van Jezus. Dat God niet kijkt naar de persoon zelf, vinden wij ook terug in andere Bijbelverhalen.

En Petrus opende zijn mond en zei: Ik zie nu in waarheid in dat God niet iemand om de persoon aanneemt; maar in ieder volk is degene die Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig. (Handelingen 10:34-35)

Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek, maar heerlijkheid en eer en vrede over ieder die het goede werkt, eerst over de Jood, en ook over de Griek. Want er is geen aanzien des persoons bij God. (Romeinen 2:9-11)

En alles wat u doet, doe dat van harte, als voor de Heere en niet voor mensen, in de wetenschap dat u van de Heere als vergelding de erfenis zult ontvangen, want u dient de Heere Christus. Maar wie onrecht doet, zal het onrecht dat hij gedaan heeft, terugkrijgen; en er is geen aanzien des persoons. (Kolossenzen 3:23-25)

En als u Hem als Vader aanroept Die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandel dan in de vreze des Heeren, gedurende de tijd van uw vreemdelingschap. (1 Petrus 1:17)

God kijkt niet naar de persoon, iedereen kan in geloof Jezus aanraken en gezond worden. Wat God voor de één wil doen, wil Hij ook voor de ander doen. Dit zagen wij bij de bloedvloeiende vrouw. Zij werd genezen door haar aanraking in geloof. Vervolgens deden velen haar na, en zij werden ook genezen.

Reden 47: Geloof geneest

In het verhaal van de bloedvloeiende vrouw lezen wij nog iets moois. Jezus was niet bewust bezig om de vrouw te genezen. Hij was onderweg om de dochter van Jaïrus te genezen.

En zie, er kwam een van de hoofden van de synagoge, wiens naam Jaïrus was; en toen hij Hem zag, wierp hij zich neer aan Zijn voeten en smeekte Hem dringend: Mijn dochtertje ligt op sterven; ik smeek U dat U komt en de handen op haar legt, zodat zij behouden wordt en zal leven. En Hij ging met hem mee; en een grote menigte volgde Hem en zij drongen tegen Hem aan. (Markus 5:22-24)

Jezus was met iets anders bezig. Terwijl Jezus liep naar de dochter van Jaïrus, raakte de bloedvloeiende vrouw Jezus aan. Het was niet de bedoeling van de vrouw om Jezus Zijn aandachtig te grijpen. Zij wilde Hem alleen aanraken, en deed dit stiekem. Zij wist dat een aanraking voldoende was, en raakte Jezus aan in geloof. Jezus wist niet eens dat iemand van plan was Hem aan te raken, Hij merkte het pas toen het wonder gebeurde.

Want zij zei: Als ik maar Zijn kleren kan aanraken, zal ik gezond worden. En meteen droogde de bron van haar bloed op, en merkte zij aan haar lichaam dat zij van die aandoening genezen was. En meteen toen Jezus bij Zichzelf merkte dat er kracht van Hem uitgegaan was, keerde Hij Zich om in de menigte en zei: Wie heeft Mijn kleren aangeraakt? (Markus 5:28-30)

Wat zegt dit? Door geloof ontvang jij jouw genezing. Wij hoeven niet eerst Jezus Zijn aandacht te grijpen, wij hoeven niet een groot offer van geld te geven, wij hoeven niet urenlang in tongentaal te bidden, wij hoeven niet veertig dagen te vasten, geloof is voldoende. Geloof betaalt de prijs. Het is goed om te bidden, geld te geven, in tongentaal te bidden, te vasten en Bijbel te lezen. Deze dingen kunnen jouw geloof versterken. Als het ware trekken deze dingen jou vanuit jouw denken en jouw aardse verstand naar het geestelijke denken en de geest. Maar je zult niet genezen als je alleen de Bijbel leest, of geld geeft. Je geneest door het geloof in Jezus Christus. Je geneest doordat je weet dat God jou kan genezen, wil genezen, geestelijk gezien al heeft genezen, en de prijs al is betaald. Je geneest door geloof.

Natuurlijk komt elke genezing van God en door Jezus, maar besef wat Jezus zei. Jezus zei niet: ‘vrouw, je bent door mijn zalving die door Mijn bovenkleed stroomde genezen. Je had geluk dat toevallig net de zalving stroomde.’ Jezus zei:

Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en wees genezen van uw aandoening. (Markus 5:34)

Het punt is: Gods genezingszalving stroomt altijd. Iedereen geneest op basis van Gods genezingszalving en door Zijn genade. Maar deze zalving verschijnt niet plotseling, het is er al. Door Zijn striemen ben je genezen. Deze genezingszalving zoekt een geleider, waardoor de zalving vanuit God naar jou kan stromen. En deze geleider is geloof.

Geloof geneest. Dit was niet alleen het geval van de genezing van de bloedvloeiende vrouw, maar ook in veel andere genezingsverhalen werden geloof en genezing aan elkaar gekoppeld. Wanneer wij de verhalen bestuderen, lezen wij vaak het woord ‘geloof’ in het genezingsverhaal verschijnen. Of wij lezen over een handeling van geloof, waardoor de zieke genas. Laten wij in deze reden alleen de Bijbelteksten lezen die geloof en genezing met elkaar verbinden, zonder in te gaan op de genezingshandelingen. Per genezingsverhaal gebruik ik één Bijbeltekst uit één evangelie.

Spreek een woord en mijn knecht zal genezen zijn. (…) Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich over hem, en Hij keerde Zich om en zei tegen de menigte die Hem volgde: Ik zeg u: Ik heb zelfs in Israël zo'n groot geloof niet gevonden. (Lukas 7:7-9)

En zie, men bracht een verlamde bij Hem, die op een bed lag. En Jezus, Die hun geloof zag, zei tegen de verlamde: Zoon, heb goede moed, uw zonden zijn u vergeven. (…) En hij stond op en ging naar zijn huis. (Mattheüs 9:1-7)

Toen raakte Hij hun ogen aan en zei: Het zal u gaan naar uw geloof. En hun ogen werden geopend. (Mattheüs 9:29-30)

Toen antwoordde Jezus en zei tegen haar: O vrouw, groot is uw geloof; het zal gebeuren zoals u wilt. En haar dochter was vanaf dat moment gezond. (Mattheüs 15:28)

En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. (Markus 9:23)

En Jezus antwoordde hem en zei: Wat wilt u dat Ik voor u doen zal? En de blinde zei tegen Hem: Rabboni, dat ik ziende mag worden. En Jezus zei tegen hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En meteen werd hij ziende en volgde Jezus op de weg. (Markus 10:51-52)

Jezus zei tegen hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de man geloofde het woord dat Jezus tegen hem zei, en ging heen. (Johannes 4:50)

Geloof is enorm krachtig. Jezus zei dat alles mogelijk is voor wie gelooft. Geloof maakt dingen mogelijk. Geloof is een enorme kracht die God aan ons gegeven heeft. Geloof doet wat ons verstand en kennis niet kan doen. Geloof zorgt voor bovennatuurlijke wonderen en tekenen.

En het gelovige gebed zal de zieke behouden en de Heere zal hem weer oprichten. En als hij zonden gedaan heeft, zal hem dat vergeven worden. Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt. Een krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand. Elia was een mens net zoals wij en hij deed een vurig gebed dat het niet zou regenen, en het regende niet op de aarde, drie jaar en zes maanden. En hij bad opnieuw, en de hemel gaf regen en de aarde bracht haar vrucht voort. (Jakobus 5:15-18)

Jakobus zoomde in op de kracht van een gelovig gebed. Jakobus zei dat Elia niet bijzonder was. Hij was een mens, net zoals wij mensen zijn. Maar Elia kende de kracht van gebed. Hij wist hoe hij God kon geloven voor dingen. Elia geloofde God, en daardoor gebeurden er grote wonderen en tekenen. Zo is het ook met ons. Wij mogen God geloven voor genezing, en er zullen grote en geweldige wonderen plaatsvinden. Alles is mogelijk door geloof. Geloof is ook een zekerheid. Je weet zeker dat wat God belooft in Zijn Woord, Hij in jouw leven doet.

Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. (Hebreeën 11:1)

Dit betekent niet dat je elke dag in de spiegel kijkt, en zegt: ‘Ik moet geloven, ik moet geloven, ik moet geloven.’ Dat werkt niet zo. Geloven moet niet een kramp worden, waarin je steeds gefrustreerd bent als iemand, of jouw gedachte, ongeloof spreekt. Nee, geloven mag in de rust en mag plaatsvinden in een relatie met God.

Wanneer je getrouwd bent, dan is het normaal om jouw partner te vertrouwen. Het hoort bij de relatie. Maar niemand vertrouwde zijn partner voor honderd procent vanaf de eerste minuut van de allereerste date. Dat is normaal, want je kent die andere nog niet. Hoe zorgde je ervoor dat het vertrouwen met jouw partner toenam? Door met hem te praten, een relatie aan te gaan en samen dingen te doen. Je leerde elkaar kennen en het vertrouwen kwam automatisch tot stand.

Zo mogen wij ook omgaan met God. Toen je voor het eerst tot geloof kwam in God, moest je eerst wennen. Je kende God niet, je wist niet veel van God af, je wist niet wat Hij voor jou zou betekenen, en bidden was misschien moeilijk en een beetje raar. Maar je groeide, je leerde God kennen door Zijn Woord, door preken, door gebed en door gesprekken met broeders en zusters. Je leerde God kennen, en je vertrouwen en geloof in God nam toe. Je ontdekte dat God echt jouw vader is geworden en Hij echt liefdevol is. Jouw relatie met God is verbeterd. Niet omdat God is veranderd, maar omdat jij Hem beter hebt leren kennen en zelf bent veranderd.

Maar hoe kom je dan aan geloof voor je genezing? Door God te leren kennen als jouw Geneesheer.

Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God. (Romeinen 10:17)

Ervaar je dat je geen geloof hebt voor jouw genezing, dan kun je het volgende doen, waardoor geloof ontstaat:

1. Luister naar geloofspredikers. Luister naar predikers die geloven in genezing, en prediken over geloof en genezing.

2. Lees het Woord van God, en zoek de Bijbelteksten die spreken over genezing. In dit boek worden er veel Bijbelteksten behandeld die gaan over de genezing. Zoek een aantal Bijbelteksten uit en mediteer hierop, totdat de teksten in jouw hart zijn.

3. Luister naar getuigenissen van genezingen. Dit versterkt jouw geloof, want wat God voor de ander doet, wil Hij ook voor jou doen.

4. Creëer een omgeving van geloof. Zoek een geloofskerk, waar zij geloven in bovennatuurlijk genezing. Hierdoor is het makkelijk om God te geloven voor genezing, en heb je broeders en zusters die samen met jou kunnen strijden in het geloof.

Tot slot wil ik zeggen dat geloof een belangrijk onderdeel vormt voor genezing. Door geloof zijn alle genezingen mogelijk. De meeste mensen hebben geloof voor genezing, en aangezien een mosterdzaad aan geloof voldoende is om een wonder te zien, is geloof meestal niet het probleem. Het probleem komt door ongeloof of twijfel in het hart, dat wij in de volgende reden gaan behandelen. Geloof is nodig, maar ongeloof is als een onkruid dat geloof kan verstikken. Dit is geen veroordeling, of een verwijt, dit is een hulpmiddel. Wanneer je weet waar het probleem is, kan je het verhelpen.

Reden 48: Ongeloof belemmert de genezing

In de Bijbel staat een verhaal waarbij de discipelen baden om genezing. Jezus was de berg opgegaan, werd daar verheerlijkt en sprak met Mozes en Elia. Een aantal discipelen gingen niet mee de berg op, ze bleven beneden. Er kwam een man met zijn zieke zoon naar de discipelen en hij vroeg of zij hun zoon konden genezen. De discipelen baden of spraken tegen de zieke, maar er gebeurde niets. Laten wij het verhaal bestuderen.

En toen zij bij de menigte gekomen waren, kwam er iemand bij Hem, die voor Hem op de knieën viel en zei: Heere, ontferm U over mijn zoon, want hij is maanziek en heeft veel te lijden, want dikwijls valt hij in het vuur en dikwijls in het water. En ik heb hem bij Uw discipelen gebracht, maar zij konden hem niet genezen. (Mattheüs 17:14-16)

Wat zou Jezus zijn reactie zijn? Wanneer dit in deze tijd gebeurt, wordt er vaak gezegd: ‘Misschien wil God deze persoon niet genezen.’ ‘Misschien heeft God een ander doel voor deze persoon.’ Of: ‘misschien moeten er eerst vloeken vanuit het voorgeslacht verbroken worden, voordat de genezing tot stand kan komen.’ Maar wat zei Jezus?

Jezus antwoordde en zei: O ongelovig en ontaard geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn, hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem hier bij Mij. En Jezus bestrafte hem, en de demon ging van hem uit; en het kind was vanaf dat moment genezen. (Mattheüs 17:17-18)

Jezus had geen excuus. Hij zei niet: ‘Misschien is het niet Gods wil dat hij geneest.’ Jezus maakte een opmerking over hun ongeloof, en vervolgens loste Jezus het probleem op. Hij genas de jongen. Dit laat iets moois zien. Wanneer iemand niet direct geneest, betekent dit niet dat het niet Gods wil is dat hij geneest. Er kan iets anders aan de hand zijn en wij mogen God vertrouwen dat de genezing zichtbaar zal worden.

Jezus had gehoopt en verwacht dat zijn discipelen en de mensen in Israël in staat waren om zelf in geloof te staan voor genezing, maar helaas was Jezus nog steeds ‘nodig’ op de aarde.

Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden, toen zij alleen waren: Waarom konden wij hem niet uitdrijven? Jezus zei tegen hen: Vanwege uw ongeloof, want voorwaar, Ik zeg u: Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn. Maar dit soort gaat niet uit dan door bidden en vasten. (Mattheüs 17:19-21)

Na afloop kwamen de discipelen naar Jezus toe, en vroegen waarom er geen genezing plaatsvond. Het antwoord van Jezus was erg direct, maar dit is tegelijkertijd erg goed. Jezus verzon geen mooi verhaal, Hij zei wat het probleem was. Dat is erg belangrijk, want daardoor weten wij wat genezing in de weg kan zitten. Dit is ongeloof, of met andere woorden: twijfel.

En als iemand van u in wijsheid tekortschiet, laat hij die dan vragen aan God, Die aan ieder overvloedig geeft en geen verwijten maakt, en ze zal hem gegeven worden. Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. Want zo iemand moet niet denken dat hij iets ontvangen zal van de Heere. (Jakobus 1:5-7)

Dit klinkt heel heftig en direct. Maar hierdoor weten wij wel waardoor wij onze genezing misschien niet ontvangen. Het is beter om geconfronteerd te worden en te weten waarin wij mogen groeien, dan door een zoetsappig antwoord te lezen, en totaal niet weten wat we moeten doen.

Nu wij weten dat ongeloof en twijfel onze genezing kan belemmeren, is het belangrijk om te weten hoe wij van ongeloof en twijfel af kunnen komen. Laten wij kort een aantal praktische hulpmiddelen behandelen om te breken met ongeloof.

Tip 1: Let niet op de natuurlijke omstandigheden. Dit kan erg lastig zijn, vooral als je continu pijn ervaart. Toch is het belangrijk om niet te letten op ons lichaam, maar te letten op wat de Bijbel zegt. Ook Abraham, die een kind zou ontvangen op honderdjarige leeftijd, lette niet op zijn lichaam, maar vertrouwde op het Woord van God.

En niet verzwakt in het geloof, heeft hij er niet op gelet dat zijn eigen lichaam reeds verstorven was – hij was ongeveer honderd jaar oud – en dat ook de moederschoot van Sara verstorven was.

En hij heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf. (Romeinen 4:19-20)

Dit is erg lastig, maar erg belangrijk. Wat ook kan helpen is het volgende. Wanneer je zelf naar jouw probleem kijkt, kan dit lijken op een enorme berg, dat niet te verplaatsen is. Maar probeer jouw probleem te zien door de ogen van God. Wanneer je dit doet, zal het probleem niet meer een grote berg zijn, maar zal het een zandkorrel zijn. Voor God is het niet moeilijk om al jouw problemen op te lossen, zoals het voor jou niet moeilijk is om een zandkorrel te verplaatsen.

Tip 2: Voed jezelf met geloof. Het is belangrijk om niet te letten op je lichaam, maar juist te letten op het Woord van God en op God zelf. Bouw jouw geloof door naar Gods goedheid en macht te kijken. Hier zijn wij al in de vorige reden op ingegaan.

Tip 3: Vermijd ongeloof.

Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven. Doe weg van jou valsheid van mond en houd bedrog van lippen ver van je verwijderd. Laten je ogen recht vooruitkijken en je oogleden zich recht vóór je houden. (Spreuken 4:23-25)

Je hart is het belangrijkste wat er is. Eigenlijk maakt het niet zoveel uit als er een twijfel in je hoofd ontstaat. Zolang deze twijfel niet naar je hart afzakt, is er niets aan de hand. Hoe zorg je ervoor dat een twijfel niet van het hoofd naar het hart afzakt? Door elke twijfel te weerleggen met het Woord van God. Elke twijfel die komt, moet je weerleggen met het Woord van God.

Je kunt op twee manieren te werk gaan. Je kunt de hele dag ‘getuigenissen’ lezen van mensen die zijn overleden door dezelfde ziekte die jij hebt, of al jarenlang last hebben van die kwaal. Maar wat gebeurt er? Er komt twijfel in jouw hoofd. Je denkt: Ach nee, zal dit mij ook overkomen? En deze twijfel moet je weerleggen met het Woord van God. Maar je kunt ook makkelijker te werk gaan. Je kan ervoor kiezen om ongeloof en twijfel te vermijden. Wanneer er geen twijfel in jouw hoofd komt, hoef je deze ook niet te weerleggen. Dit vereenvoudigt het genezingsproces.

Zie jouw hart als het belangrijkste van jouw hele wezen. Hoe zorg je er nu voor dat jouw hart veilig blijft van leugens en twijfels? De volgende ‘verdedigings- en aanvalswerken’ kunnen helpen:

1. Probeer mensen te vermijden die alleen in ongeloof spreken. Natuurlijk moet je niet als een kluizenaar leven. En je hoeft niet al jouw collega’s, vrienden of familieleden te ontlopen. Maar let op met wie jij jouw problemen en uitdagingen deelt. Is het bijvoorbeeld verstandig om jouw uitdagingen te delen met iemand, die alleen maar kan ontmoedigen? Die zelfs van kleine problemen enorm grote problemen maakt? Die honderd mensen kan noemen met hetzelfde probleem en kan zeggen dat het altijd fout is afgelopen? Nogmaals: je hoeft niet mensen te ontlopen, maar neem een besluit om jouw uitdagingen te delen met iemand die samen met jou in geloof staat, en deel jouw uitdagingen niet met ontmoedigers.

2. Probeer video’s, boeken en negatieve getuigenissen te vermijden. Stel, ik heb een dag last van mijn teen. Wat gebeurt er denk je als ik op internet zoek naar: ‘pijn in teen’? Je komt de heftigste verhalen en ziekten tegen. Voordat je het weet, denk je: ‘o nee, nu moet mijn teen eraf. Anders ga ik dood.’

Ik zeg niet dat je niets mag opzoeken. Maar het is belangrijk om nuchter te blijven. Als je iets ervaart in je lichaam kun je beter naar de dokter gaan en de klacht uitleggen, in plaats van alle ellendige ‘getuigenissen’ te lezen op internet van mensen met dezelfde symptomen. Misschien heb jij het idee dat je tegen een grote en ongeneeslijke ziekte moet strijden, terwijl de dokter tegen jou zal zeggen: ‘o, dit is binnen een paar weken automatisch opgelost.’ Laat geen twijfel en ongeloof binnen. Dit scheelt al een hoop ellende. Natuurlijk kan God alles genezen, maar voor jezelf is het makkelijker om in geloof te staan, wanneer het probleem niet onnodig wordt vergroot.

3. Zeg nee tegen twijfel en negatieve beelden. Het is ook belangrijk om nee te zeggen tegen twijfels en ziektebeelden in jouw hoofd. Probeer negatieve gedachten te vermijden. Of probeer ze om te buigen. Stel, er komt een gedachte in jouw hoofd die zegt: ‘Het zal nooit goed komen.’ Zeg dan: ‘Dit is een leugen, want Gods Woord zegt …’. Vul je met Gods Woord, en beantwoordt al jouw negatieve gedachten met Bijbelteksten. En wees ook niet te streng voor jezelf. Je bent aan het groeien, en je gedachten veranderen kost tijd. Wordt niet boos op jezelf, maar zie dit als een groeiproces.

En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is. (Romeinen 12:2)

4. Voed je geloof en honger je ongeloof uit. Stel: je hebt twee grote honden met evenveel kracht en gewicht. Zij komen in een gevecht. Wie gaat er winnen? Dit zal een spannend gevecht worden. Stel, één hond verzorg je goed, geef je te eten en train je, en de andere hond verwaarloos je en geef je niets te eten. De ene hond is sterker geworden, maar de andere hond is zwakker geworden. Wie zal er nu winnen? De hond die goed is verzorgd. Zo mogen wij ook omgaan met geloof en ongeloof. Laten wij ons richten om ons geloof te voeden en ons ongeloof te verwaarlozen. Richt je op geloofspreken, gebed, Bijbelstudie en het luisteren naar getuigenissen. Richt je niet op de dingen die ongeloof en twijfel brengen. Hierdoor zal het geloof een grote rol in jouw leven spelen, en het ongeloof een steeds kleinere rol.

Wij zijn kort ingegaan op praktische tips om ongeloof en twijfels te elimineren. We kunnen hier nog veel meer over schrijven, alleen valt dit niet in de opzet van dit boek. Het is belangrijk om te weten dat ongeloof een genezing kan belemmeren, maar dat het altijd Gods wil is om iemand te genezen. Dit zagen wij bij de maanzieke jongen, waarbij ongeloof ervoor zorgde dat de discipelen de jongen niet konden genezen. Maar gelukkig kwam Jezus in beeld, en Hij genas deze jongen wel.

Samenvatting

In dit hoofdstuk bespraken wij genezing in het licht van geloof. Wij zagen dat genezingen belangrijk waren voor Jezus, aangezien Hij vele mensen genas tijdens Zijn bediening op aarde. Een aantal van deze genezingsverhalen zijn uitgelicht in de Bijbel. Wij begonnen met een overzicht van individuele genezingen van Jezus, samen met de bijbehorende Bijbelverzen.

Aan de hand van de bloedvloeiende vrouw lazen wij dat God geen aanzien des persoons heeft. De bloedvloeiende vrouw raakte Jezus met geloof aan en ontving haar genezing. Toen anderen hetzelfde deden in geloof, ontvingen ook zij hun genezing.

In een aantal verzen lazen wij ook dat het geloof van degenen die genezen werden een belangrijke rol speelde bij hun genezing. Geloof werd gekoppeld aan de genezing. Wij zagen dat geloof Gods genezingszalving in werking stelt en dat het belangrijk is om ons geloof te versterken door te luisteren naar geloofspredikers, het lezen van het Woord van God, het luisteren naar genezingsgetuigenissen en het zoeken naar een omgeving van geloof.

Daarnaast zagen wij ook wat de invloed van ongeloof en twijfel op genezing hebben en lazen wij praktische tips om ongeloof te overwinnen, zoals het vermijden van negatieve invloeden, het voeden van geloof en het beschermen van het hart. Genezing is altijd Gods wil, maar ongeloof en twijfel kunnen genezing belemmeren. Het is belangrijk om ons geloof te versterken en ongeloof te vermijden.


Lees ook: