Schaduwbeeld van genezing in de wet

Nu wij hebben gezien dat mensen gezond zijn wanneer zij in de volmaakte macht en wil van God leven, is het nu tijd voor het schaduwbeeld van genezing. In dit hoofdstuk kijken wij naar de eerste vijf boeken van de Bijbel en hoe genezing en gezondheid een rol spelen in deze boeken. In dit hoofdstuk kijken wij alleen naar de beelden en typebeelden van genezing en in het volgende hoofdstuk gaan wij dieper in op het verbond van genezing.

De eerste vijf boeken van de Bijbel worden ook wel de ‘Thora’ of de ‘wet’ genoemd en bestaan uit Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. In het boek Genesis lezen wij over de schepping, Adam en Eva, Kaïn die zijn broer Abel doodsloeg, de ark van Noach, Abraham, Isaak, Jakob en Jozef. In het boek Exodus lezen wij hoe het nageslacht van Abraham, het volk Israël, uit Egypte trok en hoe zij de wet, of het verbond, van God ontvingen. Vervolgens gaan Leviticus, Numeri en Deuteronomium dieper in op de wet en de woestijnperiode van Israël na de uittocht van Egypte. God leidde het volk Israël uit Egypte en wilde hun het beloofde land in Kanaän geven, maar door het ongeloof van de Israëlieten bleven zijn veertig jaar in de woestijn. Laten wij deze belangrijke periode van de geschiedenis van Israël bestuderen en kijken naar gezondheid en genezing in de eerste vijf boeken van de Bijbel. Wij zullen in de eerste boeken van de Bijbel al verschillende beelden van genezing zien.

Reden 8: De belofte van vruchtbaarheid

Eén van de eerste genezingen in de Bijbel vinden wij in het boek Genesis. Deze reden zal jouw geloof versterken en je zult zien dat God ziekte of onvruchtbaarheid geneest, ook al ben je al 90 of 100 jaar oud. Niemand is in Gods ogen te oud om genezen te worden.

Abraham kreeg van God de belofte dat hij gezegend zou worden en dat uit hem een groot volk zou komen.

Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn. (Genesis 12:2)

Abraham ging weg uit zijn familie en trok door het land Kanaän. God beloofde dat Hij al dit land aan Abrahams nakomelingen zou geven. Jarenlang verbleef Abraham als vreemdeling en reiziger in dit land, maar Abraham ontving geen kind bij zijn vrouw Sara. Uiteindelijk kwam het Woord van God tot Abraham, en Abraham vertelde aan God dat hij nog geen kind had ontvangen.

Toen zei Abram: Heere HEERE, wat zult U mij dan geven, aangezien ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis deze Eliëzer uit Damascus zal zijn? (Genesis 15:2)

God beloofde nogmaals aan Abraham dat hij een nageslacht zal verwekken en Abraham geloofde God.

Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem: Deze man zal uw erfgenaam niet zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn. (…) En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid. (Genesis 15:4 en 6)

Toen Abraham 99 jaar oud was geworden, verscheen God nog een keer aan hem om hem te vertellen dat hij en zijn vrouw Sara volgend jaar een kind zouden ontvangen. Sara was toen 90 jaar oud en was haar hele leven onvruchtbaar. Voor het natuurlijke is het onmogelijk dat een onvruchtbare vrouw van 90 jaar oud een kind kan ontvangen van een 99-jarige man. Maar wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God.

De HEERE nu zag om naar Sara zoals Hij gezegd had; de HEERE deed bij Sara zoals Hij gesproken had. Sara werd zwanger en baarde Abraham een zoon in zijn ouderdom, op de vastgestelde tijd die God hem genoemd had. (Genesis 21:1-2)

Dit laat zien dat niets onmogelijk is bij God. Hoewel Sara haar baarmoeder dood was, heeft God een (genezings)wonder in haar verricht. Weet jij wat de sleutel was dat Abraham en Sara een kind ontvingen? Dit was door het geloof in Gods beloften.

En niet verzwakt in het geloof, heeft hij er niet op gelet dat zijn eigen lichaam reeds verstorven was – hij was ongeveer honderd jaar oud – en dat ook de moederschoot van Sara verstorven was.

En hij heeft aan de belofte van God niet getwijfeld door ongeloof, maar werd gesterkt in het geloof, terwijl hij God de eer gaf.

Hij was er ten volle van overtuigd dat God ook machtig was te doen wat beloofd was. Daarom ook is het hem tot gerechtigheid gerekend. (Romeinen 4:19-22)

Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind voort te brengen, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan. (Hebreeën 11:11)

Door het geloof hadden Abraham en Sara een kind ontvangen. Zij bleven vasthouden aan de belofte die God aan hen gegeven had en God had een wonder gedaan in de baarmoeder van een 90-jarige onvruchtbare vrouw. Wanneer God iets belooft, mogen wij dat in geloof ontvangen. Niets is onmogelijk voor wie gelooft in Gods beloften.

En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. (Markus 9:23)

Ook in het verhaal van het kind van Abraham, Izak, vinden wij een genezing met betrekking tot onvruchtbaarheid.

Izak bad vurig tot de HEERE in het bijzijn van zijn vrouw, want zij was onvruchtbaar. En de HEERE liet Zich door hem verbidden, zodat Rebekka, zijn vrouw, zwanger werd. (Genesis 25:21)

God opende door het vurige gebed van Izak de baarmoeder van zijn vrouw Rebekka, die ongeveer twintig jaar lang onvruchtbaar was. Door een gelovig gebed zijn alle genezingen mogelijk.

Daarnaast werden de aardvaders van Israël, dit zijn Abraham, Isaak en Jakob, ontzettend oud. Zij stierven in goede ouderdom en van dagen verzadigt.

Dit nu is het aantal jaren van het leven van Abraham dat hij geleefd heeft: honderdvijfenzeventig jaar. Toen gaf Abraham de geest en stierf in goede ouderdom, oud en van het leven verzadigd, en hij werd met zijn voorgeslacht verenigd. (Genesis 25-7-8)

De dagen van Izak waren honderdtachtig jaar. Toen gaf Izak de geest en stierf en werd met zijn voorgeslacht verenigd, oud en van dagen verzadigd. (Genesis 35:28-29)

Jakob leefde nog zeventien jaar in het land Egypte, zodat de dagen van Jakob, de jaren van zijn leven, honderdzevenenveertig jaar waren. (…) (Genesis 47:28)

God wil dat wij onze dagen vol maken en verzadigd zijn van het leven. Het is niet Gods wil (behalve tijdens de opname van de gemeente) om ons vroegtijdig thuis te halen in de hemel. Hier komen wij in een volgende reden op terug.

Ik zal hem met lengte van dagen verzadigen, Ik zal hem Mijn heil doen zien. (Psalm 91:16)

Laat deze reden jouw geloof versterken dat God onmogelijke wonderen mogelijk kan maken, Hij ook wonderen en genezingen wil verrichten voor honderdjarigen en Zijn plan voor jouw leven is dat jij oud en van dagen verzadigd wordt.

Reden 9: God geneest na bekering

In het verhaal van Abraham in het boek Genesis lezen wij een bijzonder verhaal waarbij Abraham loog over zijn vrouw Sara. In het verhaal verbleef Abraham als vreemdeling in het gebied Gerar. Abraham was alleen bang dat andere mannen verliefd zouden worden op zijn vrouw Sara en dacht: ‘als zij erachter komen dat ik de man van Sara ben, zullen zij mij zeker doden, zodat zij met Sara kunnen trouwen.’ Daarom vertelde Abraham een leugen. Hij zei in Gerar dat Sara zijn zus was en niet zijn vrouw. Abimelech, de koning van Gerar, zag Sara en stuurde een bode naar haar en nam haar mee. Toen greep God in door middel van een droom bij Abimelech.  Het was onjuist in de ogen van God dat Abimelech met Sara zou slapen, en vanwege deze (toekomstige) zonde gaf God een onheilsboodschap.

Maar God kwam in een nachtelijke droom bij Abimelech en zei tegen hem: Zie, u gaat sterven vanwege de vrouw die u genomen hebt, want zij is met een man getrouwd! (Genesis 20:3)

Abimelech gaf aan dat hij niet in zonde leefde omdat hij nog geen gemeenschap had gehad met Sara en dat hij niet wist dat zij de vrouw van Abraham was. God zei tegen hem dat Hij wist dat Abimelech oprecht van hart was en dat Hij alle onheil zal voorkomen als hij Sara teruggaf aan Abraham en Abraham voor hem zou bidden.

Nu dan, geef de vrouw van die man terug, want hij is een profeet! Hij zal voor u bidden, zodat u in leven blijft. Als u haar echter niet teruggeeft, weet dan dat u zeker zult sterven, u en al wat van u is. (Genesis 20:7)

De volgende ochtend riep Abimelech Abraham en gaf hij Sara terug aan Abraham. Vervolgens bad Abraham voor Abimelech, zodat de straf van God werd gestopt.

Abraham bad tot God, en God genas Abimelech, zijn vrouw en zijn slavinnen, zodat zij weer kinderen konden krijgen. Want de HEERE had alle baarmoeders in het huis van Abimelech helemaal gesloten vanwege Sara, de vrouw van Abraham. (Genesis 20:17-18)

De Bijbel zegt niet aan wat voor ziekte Abimelech leed, omdat hij bijna met de vrouw van Abraham sliep. Wat wel bekend is, is dat de vrouwen in het huis van Abimelech geen kinderen meer konden krijgen. Door de bekering van Abimelech en het gebed van Abraham genazen Abimelech en de vrouwen in zijn huis.

Aan de hand van dit verhaal kunnen wij een aantal dingen leren.

1. Ziekte is een straf van de zonde en geen zegen van God. Doordat Abimelech (onbewust) wilde zondigen, werden hij en zijn huis ziek. God zei niet: ‘Abimelech is een heilig man, dus ik beloon hem met ziekte.’ Nee, de ziekte van Abimelech kwam door zijn zonde[1].

2. God liet zich verbidden, waardoor Abimelech in leven bleef en de vrouwen weer kinderen konden krijgen.

3. God geneest. Abimelech en zijn huis ervaarde de genezende werking van God, nadat Abimelech zich bekeerde en Abraham voor hem bad.

4. God helpt Zijn kinderen. Zelfs toen Abraham de fout inging door te liegen over zijn vrouw Sara, bleef God Hem trouw. Wat een ramp zou het zijn geweest als God dacht: ‘Ik grijp niet in, want Abraham heeft een fout gemaakt.’ Dan was nooit Izak geboren, bestond Israël niet en werd de Messias niet geboren.

5. God blijft zijn verbond trouw. God beloofde dat Abraham en Sara een kind zouden krijgen, en God wilde deze belofte vervullen. God moest alleen de fout van Abraham rechtzetten door ervoor te zorgen dat Sara weer werd teruggeven aan Abraham.

Oftewel, wij kunnen leren dat ziekte een straf of vloek is en geen beloning of zegen. De ziekte had een oorzaak en het was niet God die plotseling bedacht in Zijn soevereiniteit: ‘Ik heb vandaag zin om Abimelech ziek te maken.’ Nee, de ziekte had een oorzaak en de ziekte werd weer genezen.

[1] Voor vandaag is het belangrijk om te beseffen dat ziekte door zonde kan komen. Tegelijkertijd is zonde niet altijd de oorzaak van ziekte. Hier komen wij nog uitgebreid op terug. Daarnaast maakt God bijna nooit ziek. Iedereen die door God ziek werd gemaakt, ontving een duidelijke profetie dat God de ziekmaker is. Abimelech wist dit door zijn droom en door zijn bekering werd hij weer gezond.

Reden 10: De Exodus: iedereen gezond weg

In het boek Genesis lezen wij over de aartsvaders van het volk Israël. Nadat Abraham, Izak, Jakob en de kinderen van Jakob overleden waren, kwamen de Israëlieten in een verschrikkelijke slavernij terecht in Egypte. Zij werden honderden jaren lang onderdrukt. Toch groeide het volk en werd het volk talrijk. Het boek Exodus begint met het feit dat Israël onderdrukt werd en in Egypte verbleef. Voordat wij naar het verhaal van de Exodus en de genezing kijken, kijken wij eerst wat de Exodus geestelijk voor ons betekent.

De Exodus is een geestelijk beeld van onze verlossing. De onderstaande Bijbeltekst spreekt over de gebeurtenissen die in de woestijn hebben plaatsgevonden en zegt dat deze gebeurtenissen voorbeelden voor ons zijn.

Broeders en zusters, ik wil graag dat u weet dat onze voorouders allemaal door de wolk werden beschermd en allemaal door de zee trokken, dat ze zich allemaal in de naam van Mozes lieten dopen in de wolk en in de zee. En ze aten allemaal hetzelfde geestelijke voedsel en dronken allemaal dezelfde geestelijke drank. Ze dronken uit de geestelijke rots die hen volgde – en die rots was Christus. Toch wees God de meesten van hen af, want Hij liet hen bezwijken in de woestijn. Dit alles strekt ons tot voorbeeld. (1 Korinthe 10:1-6)

Het is bijzonder dat Paulus de tijd van de Exodus vergelijkt met de tijd van Christus en de bekering. Zoals alle Israëlieten dankzij Mozes ontsnapten van de Farao en Egypte, ontsnappen wij door Jezus Christus van de duivel en de wereld. Zoals iedereen in de zee werd gedoopt door Mozes, worden wij in de naam van Jezus Christus gedoopt. Zoals de Israëlieten onder de wolk van God waren, zijn wij vervuld met de Heilige Geest. Hiernaast kunnen wij nog veel meer links leggen tussen de Exodus en de hedendaagse realiteit. Denk aan het Paaslam en Jezus als lam. Het manna en Jezus als levend brood. Het beloofde land voor de Israëlieten en ons beloofde land. Het offeren van dieren en Jezus Christus als offer van God. De hogepriester Aäron en Jezus Christus als Hogepriester. De middelaar Mozes en Jezus als Middelaar tussen God en de mensen. De Exodus en de woestijnreis van de Israëlieten is dus een prachtig beeld van het Nieuwe testament met Jezus als Verlosser. Of, zoals de Studiebijbel zegt: De verlossing onder de leiding van Mozes is een beeld van de verlossing door Christus. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt:

Omdat de wet slechts een voorafschaduwing toont van al het goede dat nog komen moet en daarvan niet de gestalte zelf laat zien, (…) (Hebreeën 10:1, NBV21)

De Exodus en woestijnperiode is dus een voorafschaduwing van de dingen die Jezus deed of door Jezus beschikbaar is gesteld voor Zijn volgelingen.

Nu gaan wij de koppeling maken tussen de Exodus en genezing. Heb jij wel eens nagedacht hoe de Exodus heeft plaatsgevonden met zeshonderdduizend mannen[1]? Wanneer wij ook de vrouwen en kinderen meerekenen, dan komen wij makkelijk op minimaal twee miljoen mensen uit die met Mozes meegingen in de woestijn. Hoe deden zij dat? Als wij vandaag een groep pakken van twee miljoen mensen, dan zijn er veel mensen die niet meekunnen. Denk aan verlamden, ouderen met minder kracht en alle andere ziektes, waardoor mensen niet in staat kunnen zijn om een woestijnreis te maken. Hoe zorgde God ervoor dat iedereen mee kon gaan met Mozes naar het beloofde land?

Psalm 105 is een prachtige Psalm dat ingaat op de geschiedenis van het volk Israël. Deze Psalm roept de lezers op om te denken aan de wonderen die God in het verleden heeft gedaan en het verbond dat God met Israël heeft gesloten. Vervolgens legt de Psalmist uit hoe Israël in Egypte is gekomen en hoe God Mozes riep om het volk te bevrijden. Door middel van wonderen en plagen zorgde God ervoor dat Israël bevrijd werd uit het machtige land Egypte. Over de uittocht wordt het volgende beschreven:

Hij leidde hen uit met zilver en goud, onder hun stammen was niemand die struikelde. (Psalm 105:37)

Onder de stammen van Israël was er niemand die struikelde. Andere Bijbelvertalingen vertalen deze tekst als volgt:

NBV21: Niemand in hun stammen ging strompelend weg.

KJV: And there was not one feeble person among their tribes. (Vertaald: En er was niet één zwak of krachteloos persoon onder hun stammen.)

Iedereen van de Israëlieten ging mee met de Exodus. Niemand van hen was te vermoeid, ziek of verzwakt om achter te blijven. Het woord ‘struikelen’ is in het Hebreeuws ‘כָּשַׁל[2] en betekent volgens dr. James Strongs, vertaalt in het Nederlands: ‘Wankelen (door zwakte van de benen, vooral de enkel); struikelen, flauwvallen of vallen, (…) zwak zijn.’ De Psalmist laat een prachtig beeld zien dat niemand mank liep of met veel moeite strompelend mee kon gaan. Moet je voorstellen dat iedere Nederlander verplicht is om een woestijnreis te maken. Honderdduizenden Nederlanders zouden achterblijven, omdat zij fysiek niet in staat zijn om door de woestijn te reizen. Er was een genezingswonder van God nodig om iedereen fysiek in staat te stellen om mee te gaan met Mozes. Zoals de volgende tekst aangeeft vertrokken alle legers van de HEERE het land Egypte.

En het gebeurde na verloop van vierhonderddertig jaar, op deze zelfde dag gebeurde het: alle legers van de HEERE zijn uit het land Egypte vertrokken. (Exodus 12:41)

God heeft ervoor gezorgd dat alle Israëlieten gezond en sterk waren, zodat niemand ziek of zwak achterbleef in het land van Egypte. Iedereen was in staat om mee te gaan met Mozes. Dit was een groot wonder van God. Toen God de Israëlieten bevrijdde uit het land Egypte, werden zij ook bevrijd van zwakheid. Wanneer wij de verlossing van de Exodus vergelijken met de verlossing van Jezus Christus, dan betekent dit ook dat Jezus Christus iedereen wil verlossen en bevrijden van ziekte. Jezus wil ons genezen. Jezus is niet alleen geïnteresseerd om ons geestelijk te verlossen van de zonde, maar wil ook ons lichaam verlossen van ziekte, zwakte en ellende. De volgende Bijbeltekst laat de lichamelijke bescherming van God zien voor het volk Israël.

De kleren die u droeg zijn niet versleten en uw voet raakte niet opgezwollen in deze veertig jaar. (Deuteronomium 8:4)

Ook dit is een prachtige gebeurtenis. Ondanks het vele lopen, heeft niemand opgezwollen voeten gekregen. God bood voor iedere Israëliet de juiste lichamelijke ondersteuning aan, zodat iedereen mee kon blijven lopen in de woestijn. Zo wil God er, dankzij het offer van Jezus, ook vandaag voor zorgen dat jij geen lichamelijke gebreken of ziekte zal kennen. Zoals God iedere Israëliet lichamelijk heeft genezen tijdens de Exodus, wil Hij ons ook lichamelijk genezen.

[1] Exodus 12:36

[2] Strongsnummer: H3782

Reden 11: Genezing in het Pascha

Wanneer werden de Israëlieten dan genezen van hun lichamelijke zwakheid?

Laten wij eerst kijken naar de Israëlieten in Egypte. De Israëlieten werden tot slaaf gemaakt en moesten zware werkzaamheden uitvoeren. God besloot om Mozes te roepen die het volk van Israël uit Egypte zou bevrijden. Alleen vond de farao dit geen goed idee en hij wilde de Israëlieten niet laten gaan. Om het volk te bevrijdden, gebruikte God verschillende plagen die de Egyptenaren troffen. Denk aan de rivier de Nijl die veranderde in bloed, kikkers die het hele gebied troffen, muggen, een sprinkhanenplagen en duisternis. Na negen verschrikkelijke plagen wilde de farao nog steeds niet de Israëlieten vrijlaten uit zijn land. Het hart van de farao was namelijk verhard. God besloot om nog één plaag te sturen aan het land Egypte, en dat was de dood van alle eerstgeborenen. Dit was een verschrikkelijke plaag en dit zorgde ervoor dat het hele land wenste dat de Israëlieten weg moesten gaan.

Vlak voordat deze laatste plaag plaatsvond, moesten de Israëlieten het Pascha vieren. Elke Israëlitisch gezin moest een lam nemen zonder gebrek. Tegen het vallen van de avond moest het lam geslacht worden en moest het bloed van het lam aan de beide deurposten worden gestreken. Het lam moest gebraden en gegeten worden door het gezin. God had gezegd dat Zijn doodsengel alle eerstgeborenen zou doden, maar degenen zou sparen die het Pascha vierden en die het bloed van het lam op de deurposten had gestreken. Na dit eerste Pascha, moesten de Israëlieten elk jaar opnieuw het Pascha vieren en gedenken hoe God het volk Israël uit Egypte had bevrijd.

Nu wij de context kennen van het Pascha, is het nu tijd om het Pascha te verbinden met genezing. Het Pascha was niet zomaar een symbolische handeling. Er zat genezingskracht in het Pascha. Dit zien wij onder andere terug in het verhaal van koning Hizkia van het koninkrijk Juda, dat ongeveer vijfhonderd jaar later gebeurde. De vorige koning van Juda, de vader van Hizkia, was een verschrikkelijke koning die veel afgoderij toeliet en aanbad in het land Juda. Hizkia wilde dit niet en hij herstelde de relatie met God en wilde het Pascha opnieuw invoeren. Nadat koning Hizkia het Pascha had gevierd met zijn volksgenoten, bad hij voor zijn volk en God verhoorde Hizkia en genas het volk.

(…) Hizkia bad echter voor hen en zei: Laat de HEERE, Die goed is, verzoening doen voor hem die heel zijn hart erop gericht heeft om God de HEERE, de God van zijn vaderen, te zoeken, (…) En de HEERE verhoorde Hizkia en genas het volk. (2 Kronieken 30:18-20)

Zie je hoe mooi het Pascha is? Door dit feest, en het gebed van Hizkia, verzoende het volk zich met God en genas God het volk. Als wij terugkeren naar het volk Israël tijdens de Exodus, dan zien wij dat niemand strompelend de woestijn inging. Wat deden zij voordat zij het land Egypte verlieten? Zij aten het Pascha.

Naast dat het eten van de Pascha ervoor zorgde dat de Israëlieten genazen, deed het Pascha ook iets anders. Weet je nog dat het Pascha gevierd werd tijdens de tiende plaag, waarbij de verderver kwam om alle eerstgeboren levenden te doden? Het Pascha zorgde ervoor dat de verderver buiten de deur werd gehouden. Oftewel, de Pascha beschermde tegen de dood.

En zij zullen van het bloed (van het lam) nemen en het aan de beide deurposten strijken en aan de bovendorpel, aan de huizen waarin zij het eten zullen. (…) En het bloed zal u tot een teken zijn aan de huizen waarin u verblijft. Als Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan en er zal geen plaag onder u zijn die verderf teweegbrengt, als Ik het land Egypte zal treffen. (Exodus 12:7 en 13)

Het bloed van het lam, dat een beeld is van het kostbare bloed van Jezus Christus, zorgde ervoor dat er geen plaag kwam onder de mensen die het Pascha vierden. Het Pascha en het bloed van het Lam beschermde de mensen van de verderver, de dood en de plaag. Ditzelfde zien wij terug in Psalm 91.

U bent mijn toevlucht, HEER. Als je mag wonen bij de Allerhoogste, zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je tent ooit treffen. (Psalm 91:9-10, NBV21)

Dus het Pascha zorgde voor genezing en zorgde ervoor dat de verderver het volk Israël niet kon bereiken. Hiervoor moesten de Israëlieten een lam slachten. Als het bloed en het vlees van een gewoon lam al de Israëlieten kon genezen en beschermen, hoeveel te meer zal het bloed en het lichaam van Jezus Christus ons genezen en beschermen van plagen en ziekten.

Het lam dat de Israëlieten moesten slachten, is een beeld van het Lam in het Nieuwe Testament, Jezus Christus.

(…) Want ook ons Paaslam (Paschalam) is voor ons geslacht: Christus. (1 Korinthe 5:7)

Het Paschalam van de Israëlieten verwees naar het perfecte Lam van God: Jezus Christus. Als het Paschalam, wat een schaduwbeeld was van Jezus, al voor genezing zorgde, hoeveel te meer zal Jezus Christus, het echte Paschalam, vandaag voor genezing zorgen. Dit is precies wat Jesaja had geprofeteerd.

Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. Wíj hielden Hem echter voor een geplaagde, door God geslagen en verdrukt. (…) en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. (…) Als een lam werd Hij ter slachting geleid; als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open. (…) Om de overtreding van mijn volk is de plaag op Hem geweest. (…) Maar het behaagde de HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de HEERE zal door Zijn hand voorspoedig zijn. (Jesaja 53:4-12)

Deze belangrijke tekst gaan wij natuurlijk nog uitgebreid behandelen in een volgend hoofdstuk. Let er op dat Jezus werd voorgesteld als een Lam en dit verbonden wordt met vergeving en genezing. Wat ook interessant is, is dat er staat dat ‘de plaag op Hem geweest’ is. Het woord ‘plaag’ is hetzelfde woord als het woord ‘plaag’ in Exodus 11:1, waarin God zei dat Hij alle eerstgeborenen zou doden. Dus het Paschalam van de Israëlieten beschermde tegen deze plaag van de verderver in het boek Exodus, en ons Paschalam, Jezus Christus, beschermt ons vandaag tegen de plaag van de verderver.

Reden 12: De koperen slang

Als gelovigen kunnen wij veel leren van de Israëlieten in de woestijn. Een erg belangrijke les uit het boek Numeri is dat God van ons vraagt om Hem te geloven, Hem te vertrouwen en Hem te gehoorzamen. De Israëlieten stelden God continu op de proef, door in ongeloof te leven, Hem te ongehoorzamen, te leven in hoererij, de afgoden te aanbidden en te klagen. Op sommige momenten kwam Gods oordeel over het volk, waardoor het volk een plaag te verduren kreeg. De wet van Mozes laat een aantal voorbeelden zien waarin God een plaag stuurde onder het volk en Mozes en Aäron verzoening moesten doen zodat de plaag stopte. In deze reden gaan wij naar één plaag kijken in het boek Numeri.

Toen trokken zij van de berg Hor in de richting van de Schelfzee. Ze moesten namelijk om het land van Edom heen trekken, maar onderweg kon de ziel van het volk het niet langer verdragen. Het volk sprak tot God en tot Mozes: Waarom hebt u ons uit Egypte laten vertrekken om te sterven in de woestijn? Want hier is geen brood, ook geen water, en onze ziel heeft een afkeer van dit waardeloze brood. (Numeri 21:4-5)

Zie je het voor je? De Israëlieten zwierven jaren in de woestijn. Ondanks alles wat God voor de Israëlieten had gedaan, bleef het volk koppig en bleven zij God op de proef stellen. God zorgde dagelijks voor hen door het manna te laten regenen en God keek elke dag naar hen om, maar het volk bleef de gehele woestijnreis klagen over van alles en nog wat. Uiteindelijk was de maat vol voor God.

Toen zond de HEERE gifslangen onder het volk; die beten het volk, en er stierf veel volk uit Israël. (Numeri 21:6)

Het volk van Israël ontving een verschrikkelijke straf. Er kwamen gifslangen, die ervoor zorgden dat de Israëlieten stierven. Er was gauw een oplossing nodig en het volk had een genezingsmiddel nodig voor de giftige slangen.

En het volk kwam naar Mozes toe. Zij zeiden: Wij hebben gezondigd, want wij hebben tegen de HEERE en tegen u gesproken. Bid tot de HEERE dat Hij de slangen van ons wegneemt. Toen bad Mozes voor het volk. (Numeri 21:7)

Het volk kwam tot berouw, en zij vroegen aan Mozes of hij tot God wilde bidden, zodat de verschrikkelijke plaag zou ophouden. Sommigen zeggen: ‘God geeft ziekte, want dat staat in de Bijbel. Wij moeten het gewoon accepteren.’ In deze Bijbeltekst (en ook andere Bijbelteksten) zien wij inderdaad dat God soms ziekte kan geven. Maar God maakt niet zomaar iemand ziek, zonder oorzaak. De reden waardoor de Israëlieten ziek werden, was door hun eigen zonde en werd ontvangen als een vloek en een straf. Nadat de Israëlieten tot berouw kwamen, kwam God met een oplossing.

En de HEERE zei tegen Mozes: Maak u een gifslang en zet hem op een staak. Het zal gebeuren dat ieder die gebeten is, in leven zal blijven, als hij daarnaar kijkt. Toen maakte Mozes een koperen slang en zette hem op de staak. En het gebeurde als de slang iemand beet dat hij naar de koperen slang keek en in leven bleef. (Numeri 21:8-9)

De oplossing van God was erg bijzonder. Mozes moest een koperen slang maken en op een staak zetten. Iedere Israëliet die werd gebeten door een giftige slang, moest kijken naar de koperen slang op de staak en hij bleef in leven. Laten wij de koperen slang verder bestuderen.

1. De koperen slang. Bij het woord ‘slang’ rinkelen er al allemaal alarmbellen. Het was de slang in Genesis 3 die Eva verleidde om de vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. De slang is ook een beeld van de duivel, dat wij in openbaring 12:9 kunnen lezen. Tot slot staat er in Lukas:

Zie, Ik geef u de macht om op slangen en schorpioenen te trappen en de macht over alle kracht van de vijand; en niets zal u schade toebrengen. (Lukas 10:19)

De slang is een beeld van de zonde en van de vijand van de mens: de duivel en de demonen. De slang is niet alleen het beeld van de zonde, maar ook van de gevolgen van de zonde. Wij lazen al dat door de zondeval de ziekte, vloek en ellende in de wereld is gekomen. In Genesis 3 had God ook de slang vervloekt, omdat hij Adam en Eva had misleid.

Toen zei de HEERE God tegen de slang: Omdat u dit gedaan hebt, bent u vervloekt Op uw buik zult u gaan en stof zult u eten, al de dagen van uw leven. En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen. (Genesis 3:14-15)

De slang is dus het beeld van het kwaad, de zonde en de vloek. Aangezien ziekte een onderdeel is van de vloek en het gevolg van de zondeval, is de slang ook een teken van ziekte. Daarnaast werden de Israëlieten ziek door een slangenbeet, waardoor zij naar de koperen slang moesten kijken om te genezen.

2. De slang werd verhoogd. Mozes moest niet alleen een koperen slang maken, hij moest deze slang verhogen. Het volk van Israël telde honderdduizenden mannen die in de woestijn waren. Als iemand gebeten werd, moest hij binnen een korte tijd in staat zijn om de slang te zien. Daarom moest Mozes de slang verhogen, zodat het hele volk naar de slang kon kijken.

3. God nam de gifslangen niet weg, maar Hij zorgde voor een middel tot genezing. Iedereen die gebeten werd, moest kijken naar de koperen slang. Dit was een geloofsdaad.

Nu wij dit verhaal hebben bestudeerd, is het nu de tijd om de koppeling te maken met het Nieuwe Testament. Zoals Mozes de koperen slang moest verhogen, moest Jezus ook verhoogd worden aan het kruis.

En zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:13-15)

In een nacht kwam een leider van de Israëlieten, Nicodemus, naar Jezus toe. Jezus sprak met Hem over het koninkrijk van God en hoe je het koninkrijk van God kon binnengaan en eeuwig leven ontving. In deze uitleg zei Jezus dat Hij verhoogd zou worden, zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd had. De koperen slang was dus een voorafschaduwing van het offer van Jezus Christus. Denk bijvoorbeeld aan de volgende gelijkenissen:

1. De slang, oftewel de (gevolgen van) de zonde, het kwaad en de vloek, werd verhoogd en op een staak geplaatst. Jezus droeg onze zonden en werd tot vloek gemaakt toen Hij aan het kruis werd genageld.

Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden (…) (Galaten 3:13)

Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. (2 Korinthe 5:21)

2. God gaf een oplossing tot genezing en haalde het probleem van de gifslangen niet weg in de woestijn. God heeft de ziekte vandaag (nog) niet weggenomen van de aarde, maar heeft een oplossing gegeven door het offer van Jezus Christus. Dit betekent dat ook wij aangevallen kunnen worden door ziekte, of gevoelens van ziekte, maar dat wij direct naar Jezus mogen kijken en daardoor genezing en gezondheid mogen ontvangen.

3. Als iemand in de woestijn gebeten werd door de gifslang, moest hij naar de koperen slang kijken en werd hij genezen en bleef daardoor in leven. Wij mogen naar Jezus kijken en ontvangen eeuwig leven, wat is begonnen tijdens onze wedergeboorte.

Vaak hebben wij bij het begrip ‘redding’ of ‘eeuwig leven’ een toekomstig beeld. Op aarde zijn onze zonden vergeven, maar al Gods overige zegeningen, zoals genezing, komen pas in de toekomst beschikbaar, nadat wij zijn overleden. Vergeving van zonden en de eeuwigheid doorbrengen bij God is de belangrijkste zegen, aangezien de eeuwigheid eeuwig duurt. Maar eeuwig leven en redding vindt niet in de toekomst plaats, het is vandaag al beschikbaar. God wil ons niet alleen redden van de geestelijke dood, God wil ons ook redden van ziekte, armoede en demonen. Gods redding houdt veel meer in dan vergeving van zonden, waar wij op terug zullen komen.

4. De Israëlieten keken naar de koperen slang en ontvingen hun genezing. Wij kijken naar Jezus Zijn offer en ontvangen genezing.

Voorwaar, onze ziekten heeft Híj op Zich genomen, onze smarten heeft Hij gedragen. (…) En door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. (Jesaja 53:4-5)

De koperen slang was een voorafschaduwing van het offer van Jezus. Als de voorafschaduwing er al voor kon zorgen dat mensen genazen, hoeveel te meer zal het offer van Jezus Christus mensen genezing geven.

Reden 13: Mozes, het typebeeld van Jezus

De hoofdpersoon uit de boeken Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium is Mozes. Mozes wordt beschouwd als typebeeld van Jezus Christus. Dit betekent niet dat Mozes Jezus was, maar dit betekent dat wij in bepaalde karaktereigenschappen en gebeurtenissen van Mozes zijn leven Jezus kunnen zien.

Daarom, heilige broeders, deelgenoten aan de hemelse roeping, let op de Apostel en Hogepriester van onze belijdenis: Christus Jezus. Hij is getrouw aan God, Die Hem aangesteld heeft, zoals ook Mozes trouw was in heel Zijn huis. (Hebreeën 3:1-2)

In de brief aan de Hebreeën wordt Mozes en Jezus met elkaar vergeleken. Vervolgens geeft de schrijver aan dat Jezus meer eer en waarde ontvangt als Mozes. Maar er lopen ook mooie parallellen tussen het verhaal van Mozes en het verhaal van Jezus. Denk bijvoorbeeld aan het volgende:

1. Mozes werd geboren, terwijl de Israëlieten onder de macht stonden van de Egyptenaren. Jezus werd geboren, terwijl de Israëlieten onder de macht stonden van de Romeinen.

2. De farao vermoorde alle jongens die uit de baarmoeder kwamen, Herodes vermoorde alle kinderen onder twee jaar in Bethlehem.

3. Mozes werd geroepen om de Israëlieten te bevrijden uit Egypte, Jezus leidt ons uit onder de (geestelijke) slavernij van de zonde.

4. Mozes leidde de Israëlieten naar het beloofde land, Jezus heeft ons het beloofde land gegeven.

5. Mozes was een middelaar tussen het volk en God, Jezus is onze Middellaar tussen ons en God.

Laten wij kijken naar het vijfde punt. Mozes was een middelaar tussen God en het volk en hij deed geregeld verzoening voor het volk. Dat zien wij in de volgende Bijbelteksten:

Maar Mozes trachtte het aangezicht van de HEERE, zijn God, gunstig te stemmen. (…) Toen kreeg de HEERE berouw over het kwaad dat Hij gesproken had Zijn volk te zullen aandoen. (Exodus 32:11-14)

En het gebeurde de volgende dag dat Mozes tegen het volk zei: Ú hebt een grote zonde begaan, maar nu zal ik naar de HEERE opklimmen. Misschien zal ik verzoening kunnen bewerken voor uw zonde. (Exodus 32:30)

En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aäron: Zonder u af uit het midden van deze gemeenschap, want Ik zal hen in een ogenblik vernietigen! Maar zij wierpen zich met hun gezicht ter aarde en zeiden: O God! God van de geesten van alle vlees! Als één man zondigt, zult U dan zeer toornig worden op heel de gemeenschap? (Numeri 16:20-22)

En de HEERE sprak tot Mozes: Trek u terug uit het midden van deze gemeenschap, en Ik zal hen vernietigen, in een ogenblik! Toen wierpen zij zich met hun gezicht ter aarde. En Mozes zei tegen Aäron: Neem de vuurschaal en doe er vuur in van het altaar, en leg er reukwerk op, en ga onmiddellijk naar de gemeenschap en doe verzoening voor hen, want grote toorn is uitgegaan van voor het aangezicht van de HEERE; de plaag is al begonnen. Aäron nam de vuurschaal, zoals Mozes had gesproken, en liep snel naar het midden van de gemeente, en zie, de plaag was onder het volk begonnen. En hij legde er reukwerk in en deed verzoening voor het volk. Hij bleef tussen de doden en de levenden in staan, en de plaag werd tot stilstand gebracht. (Numeri 16:44-48)

Mozes diende als middelaar en als verzoener voor het volk. Zo is Jezus onze Middelaar en onze Verzoener. Mozes heeft er vaak voor gezorgd dat God het volk niet had vernietigd. Het volk had gezondigd en verdiende de vernietiging. Maar doordat Mozes verzoende, werd Gods woede bekoeld.

Zo is ook Jezus onze Verzoener. Dankzij het offer van Jezus aan het kruis zijn wij verzoend met God. Dit betekent tegelijkertijd dat wij zijn verzoend voor de plaag. Oftewel, geen enkele (ziekte)plaag heeft recht op ons, doordat Jezus de verzoening heeft betaald. Als God al naar Mozes luisterde in het Oude Testament, hoeveel te meer zal Hij naar Jezus Zijn offer kijken en ons met Zichzelf verzoenen, zodat elke (ziekte)plaag ophoudt?

Want Hij is afgesneden uit het land van de levenden. Om de overtreding van mijn volk is de plaag op Hem geweest. (Jesaja 53:8)

Jezus heeft de (ziekte)plaag, die wij verdienen, op zich genomen. Daardoor hoeven wij niet meer ziek te zijn.

Samenvatting

Hoofdstuk 2 van dit boek richt zich op het schaduwbeeld van genezing en hoe dit wordt weergegeven in de eerste vijf boeken van de Bijbel: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Het hoofdstuk begon met het benadrukken van het belang van het leven in overeenstemming met de wil van God voor een goede gezondheid. Vervolgens keken wij naar verschillende beelden en gebeurtenissen die verwijzen naar genezing in deze vijf boeken.

Een belangrijk voorbeeld van genezing is te vinden in het verhaal van Abraham en Sara, waar zij op hoge leeftijd een kind ontvingen. Dit laat zien dat God in staat is om onmogelijke wonderen te verrichten voor wie in Hem gelooft. Ook het verhaal van Izak en Rebekka toont genezing bij onvruchtbaarheid. Beide verhalen laten zien dat door geloof in Gods beloften genezing en vruchtbaarheid mogelijk is.

In het verhaal van de Exodus, de bevrijding van het volk Israël uit Egypte, zien we dat God ervoor zorgde dat niemand uitgesloten werd van deze reis. God genas alle zwakheid en ziekte van het volk, zodat iedereen in staat was om mee te gaan. Dit laat zien dat God genezing brengt, zelfs voor een heel volk.

De volgende redenen gingen over het Pascha en de koperen slang als voorafschaduwingen van genezing. Het bloed van het Paschalam beschermde de Israëlieten tegen de plagen en de dood. De koperen slang, die op een staf werd geplaatst, diende als geneesmiddel voor degenen die gebeten waren door giftige slangen. Zo is Jezus onze Paschalam en is Jezus aan het kruis gegaan om de ziekte en de plaag te dragen.

Tot slot zagen wij dat Mozes een typebeeld van Jezus Christus is. Net zoals Mozes de bemiddelaar en verzoener was tussen het volk en God, zo is Jezus onze ultieme Middelaar en Verzoener. Door Zijn offer worden we verzoend met God en ontvangen we genezing en verlossing.


Lees ook: